|
Al
tijden is er een grote groep gangsters actief in een bepaald gebied van
China. Ze staan onder leiding van Chang Ti Yu (Sun
Shao Pei). Iedere poging om deze bende een halt toe te roepen faalt
vreselijk. Na wederom een mislukte poging roept een kung fu leraar Chun
Wa (Chi Kuan Chun) zijn beste leerling bij zich. Het verhaal wordt
uitgelegd en het is de bedoeling dat hij de bendeleden een voor een
opzoekt. De opzet is om ze te arresteren en voor het gerecht te dagen.
Chun Wa krijgt een lijst mee met namen en gaat op weg. Meteen na zijn
vertrek meldt Ah Chai (Li Yi Min) zich bij zijn leraar. Hij heeft het
hele verhaal gehoord en vraagt zich af waarom hij niet mee mag doen aan
deze missie. Zijn kung fu heeft het zelfde niveau als Chun Wa, vindt hij
zelf, en met gemak had hij deze missie tot een goed einde gebracht. Zijn
leraar zegt dat hij nu eenmaal zo besloten heeft en gepikeerd gaat Ah
Chai weg. Hij volgt Chun Wa en komt aan in een dorpje verder op. Door
zijn grote mond krijgt hij het al snel met de locale gangsters aan de
stok. Uit respect voor zijn vaardigheid in kung fu nodigen deze hem uit
om te komen eten. Maar wat hij niet weet is dat er op slinkse wijze
geprobeerd wordt hem het vuile werk van de bende op te laten knappen.
Hij krijgt een lijst met namen en gaat er op uit. Omdat zijn ego een
stuk groter is dan zijn verstand besluit hij de serieuze Chun Wa maar
eens te gaan pesten. Deze reageert niet op zijn pesterijen en probeert
hem zoveel mogelijk te negeren. En dat is nog niet makkelijk als je
gedwongen wordt met z’n tweeën een kamer te delen. De tijd vordert en
keer op keer faalt Chun Wa er in om de arrestatie te verrichten. Niet
omdat hij zijn tegenstanders niet aan kan, maar omdat ze simpelweg al
dood zijn voor hij aankomt. Zodra beiden heren doorkrijgen wat er
precies aan de hand is het te laat. Er zit niks anders meer op dan samen
de confrontatie aan te gaan met
Chang Ti Yu om de gemaakte
fout goed te maken.
Wat verhaal betreft een welkome
afwisseling in het genre tussen alle wraak en leerling meester verhalen.
Verder is het natuurlijk gewoon een kung fu film met een overvloed aan
gevechten. Li Yi Min en Chi Kuan Chun spelen beide een hoofdrol en geen
van twee neemt echt het voortouw. Een leuke combinatie is het wel, de
wat losbollige flexibele Li Yi Min tegenover de serieuze en krachtige
Chi Kuan Chun. Wat de casting betreft is er dus goed over nagedacht want
ze zijn precies elkaars tegenpolen. Dit zorgt er zeker voor dat de film
lekker weg kijkt want er is afwisseling genoeg. Een aantal gecreëerde
situaties zijn erg grappig zonder extreem over de top te gaan. Vooral de
scène waarin Chi Kuan Chun aan het trainen is en Li Yi Min hem uit zijn
concentratie probeert te halen, is erg vermakelijk. Geen flauwe grappen
die je met schaamte gevoelens naar het beeldscherm laten staren dus. De
gevechten zijn zeker oké en zitten leuk in elkaar. Van tijd tot tijd is
alleen de afwerking van de bewegingen een klein beetje rommelig. Dit is
iets waar beide heren altijd al wat problemen mee hebben. Gelukkig
compenseert de een dit met zijn nonchalante uitstraling en de ander dit
met zijn krachtige bouw. Hoofdzakelijk gaat het om vuist tegen vuist
gevechten met af en toe gebruik van een wapen. De balans tussen
acrobatiek en kung fu ligt goed in het midden. Vooral het eindgevecht
(en zo hoort het ook) tussen de twee helden en Sun
Shao Pei springt er erg uit. De manier waarop Sun
Shao Pei er uit ziet doet een beetje denken aan de geweldige
verschijning van Tommy Lee in ‘The hot, the cool and the vicious’. En er
zijn meerdere delen die aan die film doen denken. Kleine delen van de
intro wekken heel erg het idee van vergelijking op, maar toch staat de
film voor de rest goed op zich zelf. Locaties worden goed afgewisseld en
alles ziet er verzorgt uit. Het enige jammere is dat het verhaal niet
helemaal goed uitgewerkt is. Het echte plot gaat redelijk verloren in de
gevechten en echt duidelijk wordt het niet. Deze onduidelijkheid is
deels te wijten aan de slechte geluidskwaliteit. Sommige stukken zijn
wat moeilijk te verstaan, maar met een beetje fantasie is hier best
invulling aan te geven. Wat mij betreft hadden de karakter ook best iets
meer uitgediept mogen worden. Want we worden zo in het verhaal gegooid
zonder ook maar een klein beetje te weten te komen over de achtergrond
van de personages. Individueel werken de scènes erg goed en word het
gevoel goed overgebracht. Dit is natuurlijk een bekend euvel wat vaker
voorkomt in het kung fu genre. Eigenlijk mag ik er dus ook niet over
zeuren. Maar de reden dat ik er toch over begin; was dit wel gebeurd,
dan was ‘Buddhas palm & dragon fist’ onmiddellijk een onvervalste
klassieker geworden. Nu steekt hij iets boven het gemiddelde uit en is
zeker het kijken waard. Kortom een leuke film om in je collectie te
hebben.
Copyright
kungfufilms.nl (2004) |