Het is de periode voor
de Olympische spelen van 1936 en China zal voor het eerst mee doen. Maar
liefs 69 deelnemers komen hiervoor in aanmerking. Tevens zullen er elf
kung fu beoefenaars heen gaan om een demonstratie te geven. Alleen
voordat deze pioniers er echt heen kunnen moeten ze eerst een groot
aantal obstakels overwinnen. Als eerste wil de regering maar de helft
van het geld geven wat er nodig is. Teleurgesteld maar vol goede moed
beginnen de atleten onmiddellijk een manier te bedenken om aan geld te
komen. Demonstraties worden gegeven en iedereen draagt zijn steentje
bij. Ondertussen probeert het martial arts team van Cheung Chi-kong (Yu
Rong-Guang) een selectie te maken voor wie er mee mag. Kwan Shu-bo (Tze
Miu) en Cheung Fung (Dicky Cheung) lijken zonder problemen in aanmerking
te komen. Echter gooit On Yung (Xu Xiangdong), een Eagle claw meester
roet in het eten. Hij vindt dat zijn ploeg beter is en dat zij dus meer
recht hebben om te gaan. Cheung Chi-kong geeft zich natuurlijk niet
zomaar gewonnen. Na een reeks gevechten wordt er besloten dat er een
eerlijke selectie gemaakt zal worden. Iedere kung fu beoefenaar uit het
land mag zich inschrijven. Echter zijn de geldproblemen hiermee nog niet
mee opgelost. Gelukkig wordt er een geldschieter gevonden die ze wil
helpen. Qua geld is dit wel de oplossing maar aangezien deze man in een
conflict zit met zijn neef komen er ook nog problemen bij. Andere kampen
weer met gezondheidsproblemen en natuurlijk brengt de concurrentie
onderling ook wat wrijving met zich mee. Kortom het is een turbulente
tijd voor het team. Hun deelname aan de Olympische spelen krijgen ze
niet cadeau en de vraag is nog maar of ze er ook daadwerkelijk naar toe
kunnen gaan.
Met de Olympische spelen van 2008 in het vizier kon een film als deze
niet uitblijven. Echter is het bijzonder dat er gekozen wordt voor een
verhaal rond China's eerste deelname. Een verhaal wat namen uit de
geschiedenis mengt met veel fictie. Film duizendpoot Tsui Siu-Ming nam
dit gehele project op zich en schreef, produceerde, regisseerde en
choreografeerde. Een hele opgave maar door zijn ervaring wel aan hem
besteed. Tevens beloofd zijn achtergrond dat er wel eens veel kung fu in
deze film zal gaan zitten.
Het verhaal is een
grote potpourri. Eigenlijk laat deze film zich het beste omschrijven als
een twee uur durende soap. Er zit een rode draad in maar echt een focus
is er niet. Werkelijke alle denkbare onderwerpen passeren de revue.
Drama, gangsters, romances, humor en actie dit alles wordt aan elkaar
gelijmd met kung fu, veel kung fu. Dit is allemaal overgoten met een
behoorlijk dosis patriottisme. Het draait allemaal om het vaderland en
onvoorwaardelijke sportiviteit en trouw. Wat opvalt is dat de meeste
scènes van goed niveau zijn. Helaas wordt dit soms afgewisseld met een
grote dosis knulligheid. Professionele hardlopers die er bij lopen alsof
ze het voor het eerst doen, misplaatst drama en een gebrek aan timing.
Het laatste uit zich vooral in het tempo van de film. Sommige stukken
slepen voort en lijken maar niet tot een einde te komen. De uitkomst is
dan allang duidelijk maar het einde nog niet in zicht. Maar ondanks dit
weet de film wel je aandacht vast te houden. Tsui Siu-Ming is duidelijk
een man met een visie en hij weet wat hij wil laten zien. De ouderwetse
Hongkong sfeer is heel duidelijk aanwezig in zijn stijl. Hij probeert
ook niet om zich aan te passen aan de realisme verplichting van deze
tijd. Hij schroomt dus ook niet om zwaar drama te mengen met
kluchtachtige situaties. Op sommige momenten is het overduidelijk dat
het gebrek aan middelen totaal genegeerd is. Hierbij is heel duidelijk
gedacht 'zo de boodschap is duidelijk en nu verder'. Een mentaliteit die
ook typerend is voor de Hongkong films van vroeger. Hierdoor kregen ze
juist hun charme en het is dus ook leuk om te zien dat deze stijl anno
2008 nog steeds toepasbaar is.
Visueel gezien valt
er niets te klagen. Tsui Siu-ming schiet het ene mooie plaatje na het
andere. Hij probeert continue de trukendoos open te trekken en er iets
aparts van te maken. Soms gaat hij wel een beetje onnodig over de top.
Hij vindt het namelijk nodig om in vogelvlucht over de stad te gaan.
Omdat dit niet echt mogelijk was koos hij voor een digitale versie.
Verder had het misschien iets beter gekund wat de belichting betreft.
Deze ziet er soms wat goedkoop en overbelicht uit. Maar ondanks dit weet
hij prettig te verrassen met zijn beelden. Alles ziet er compleet en op
een old skool manier goed verzorgd uit.
Echt veel werd het
de laatste jaren niet meer gedaan maar het lijkt er op dat de kung fu
film bezig is met zijn terugkomst. In het vierde kwartaal van 2008 zijn
er namelijk een aantal films verschenen die zich echt op kung fu
focussen. 'Champions' is er één van en als kung fu liefhebber kom je
goed aan je trekken. De stijl ligt ergens tussen new wave en old skool.
Er wordt een beetje met touwtjes gewerkt maar het meeste is echte kung
fu of wushu. Een truc die Tsui Siu-ming als geen ander beheerst. Hij was
zijn tijd in 1980 met zijn debuut 'The Buddhist fist' al ver vooruit.
Hierin wist hij samen met Yuen Wo Ping een behoorlijk bizarre kung fu
stijl neer te zetten. In 'Champions' is het allemaal wat meer standaard
maar niet minder spectaculair. De verhouding tussen actie en verhaal is
goed. De balans in de actie zelf is ook prima. We gaan van
achtervolgingen naar mooie vormen om daarna weer in een vechtpartij te
belanden. Kortom er is genoeg te zien.
Naast oude gediende
Yu Rong-Guang staat een groep jongen acteurs. Eentje die voor de meesten
geen vreemde zal zijn is Tze Miu. Misschien wordt hij niet meteen
herkend maar hij is het kleine mannetje die twee keer de zoon van Jet Li
speelde.
Dit was
in 'New legend of Shaolin' en 'My father is a hero'.
Hij is leuk opgegroeid
en heeft nog steeds die brutale uitstraling. Zijn rol vertolkt hij
enthousiast en vol overgave. `Dicky Cheung draait ook al weer een tijdje
mee maar trad nooit echt op de voorgrond. Ook hier speelt hij de tweede
viool. Des al niet te min levert hij een prima prestatie af. Als grote
verrassing kunnen we Xu Xiangdong aanwijzen. Hij is een wushu atleet die
getraind is in de Eagle claw. In de jaren tachtig zat hij in het
nationaal team en daarna werd het een tijd stil. De laatste tijd pakt
hij af en toe een rol in een film. Dit is wel zijn grootste tot nu toe
en hij zet een voortreffelijke kung fu schurk neer.
Ondanks dat 'Champions'
niet in zijn geheel als goed bestempeld kan worden is de film zeker de
moeite waard. Dit komt hoofdzakelijk door de vertouwde Hongkong sfeer en
de aanwezigheid van een grote dosis kung fu. Hierdoor vergeet je de
knullige stukjes en het soms wat trage tempo. De gevechten zijn namelijk
de moeite van het bekijken absoluut waard.Copyright
kungfufilms.nl (2009) |