Chu Chi Ching (Meng
Yuen Man) is helemaal
gek van kung fu maar zijn grootvader wil niet dat hij zijn tijd hier mee
verdoet. Hij heeft liever dat Chu Chi Ching zich verdiept in belangrijkere zaken en
veel boeken leest. Met tegenzin doet de jongen wat hem opgedragen wordt,
maar benut iedere kans die hij krijgt om te trainen. Na voor de
zoveelste keer betrapt te zijn is voor
Chu Chi
Ching eigenlijk wel de grens
bereikt. Hij wil doen wat hij zelf belangrijk vindt en niet de bevelen
van een oude man op volgen. Dit valt ongeveer samen met het nieuws dat
de broer van Chu Chi Ching
tijdens een gevecht om het leven gekomen is. De oude man gaat helemaal
door het lint en in zijn verdriet sluit hij
Chu
Chi Ching op. Hij wil
niet nog een familielid verliezen en Chu Chi Ching is het enige wat hij nog heeft.
Helaas denk Chu Chi Ching hier heel anders over en besluit zijn opa voorgoed te
verlaten. Zonder enig doel vertrekt hij met een klein beetje geld op
zak. Hij gaat op zoek naar een geschikte leraar, het enige wat hij
wil is kung fu leren. Al vrij snel loopt hij tegen Cheng (Chan Lung) een man met
een klein restaurant aan. Als hij ziet hoe Cheng kan vechten zet hij alles
op alles om zijn leerling te worden. In ruil voor de lessen en een slaapplaats helpt hij in de winkel. De lessen zijn erg zwaar maar
Chu Chi Ching heeft
dit alles eer wel voor over. Maar net als de lessen interessant beginnen
te worden treft hij Cheng dood aan. Vermoord, het enige spoor van de dader
is een apart bewerkt mes. Chu Chi Ching is enigszins uit het veld gemept, maar als
hij later overvallen wordt krijgt hij onverwacht hulp. De man die hem
hielp blijkt een expert te zijn in acrobatiek en ook nog wat van kung fu
te weten. Erg lang zat Chu Chi Ching dus niet zonder leraar en zijn lessen worden
snel weer opgepakt. Het duurt alleen niet lang voordat de mysterieuze
moordenaar weer toe slaat en hem ook deze leraar weer ontnomen wordt.
Teleurgesteld vervolgt Chu Chi Ching zijn weg opzoek naar een nieuwe leraar maar of
dit nu zo handig is.
Absoluut een van de
betere individueel geproduceerde kung fu films. Alles zit precies op
zijn plek en er is maar weinig negatiefs over deze film te zeggen. Het
verhaal is een bijzonder originele variatie op de klassieke
leerling/meester opzet. Het resultaat is dus ook dat we veel gevarieerde
trainingsscènes te zien krijgen. Dit gaat werkelijk van de basis
training voor de kracht in de handen en benen naar bijzonder
gecompliceerde technieken. Meng Yuen Man weet dit alles perfect te laten zien en
heeft zijn nonchalante kwajongens uiterlijk erg mee. Zonder enige moeite
wisselt hij de ene salto met andere acrobatische toeren en mooie
technieken af. Voor zover ik heb kunnen ontdekken doet hij alles zelf.
De gevechten bestaan uit een mooie combinatie van het eerder genoemde.
De acteurs zijn erg goed op elkaar ingespeeld en hierdoor lijkt het wel
of de gevechten uit een vloeide beweging bestaat. De choreografie is dus
fantastisch. Veel langdurende uitwisselingen van technieken waar de
echte vaardigheid van de acteurs duidelijk in te zien is. En dat brengt
me meteen bij Wilson Tong, de slechte van het verhaal. Zijn uitstraling
is precies zoals je die wil zien van een huurmoordenaar. Over zijn hele
lichaam heeft hij diverse kleine messen verborgen waar hij zijn
tegenstanders mee weet te verassen. Zijn lange zwarte haren en een wat
bleek gezicht dragen bij aan een wat kwaadaardige uitstraling. Dit
gevoel wordt perfect versterkt door muziek die volgens mij uit een
horror film gejat is. Ook Wilson Tong is erg op dreef en laat een sterk
staaltje kung fu zien. De humor in de film is erg genuanceerd. We worden
dus niet getrakteerd op een saldo aan flauwe grappen. Het enige moment
dat het er even op lijkt dat het fout gaat is aan het begin. Gelukkig
wordt dit snel weer gecorrigeerd en krijgen we verder alleen leuke
grappen te zien. Vaak worden dingen alleen maar geïnsinueerd en niet
eens volledig uitgekauwd. Dit geeft het gevoel dat de film vol
enthousiasme gemaakt is en dat op deze manier makkelijk aan de volledige
negentig minuten gekomen is. Vaak werd humor aan een film toegevoegd als
opvulling om de de volledige speeltijd te halen. Vooral de twee
struikrovers die zijn erg grappig. Deze Peking opera spellers zitten zo
in hun spel dat ze niet meer normaal kunnen communiceren. Het resultaat
hiervan is een hoogstaand twee tegen een gevecht. Ondanks dat de film
maar met weinig acteurs gemaakt is voelt alles goed compleet aan. Er zit
voldoende variatie in de locaties en de kleding is netjes verzorgt. Ik
wil dus ook echt iedereen aanraden ‘Daggers 8’ aan te schaffen. Want dit
is precies het school voorbeeld van een kung fu film, speels en bruisend
van energie.
Copyright
kungfufilms.nl (2004) |