Elk jaar wordt in Taiwan het
festival van de doden gevierd. Dit wordt gedaan om de overledenen die
nog geen rust gevonden hebben te bekoren. Een onderdeel van dit festival
is een martial arts toernooi. Hierin bestrijden de vechters elkaar op
een parcours wat leidt naar een houten toren. De eerste die boven aan
weet te komen én de vlag in handen heeft is de winnaar. Tijden lang was
dit een onschuldige gebeurtenis. Maar sinds de Japanners het land bezet
hebben dient die toernooi een heel ander doel. De regels zijn veranderd
en het parcours aangepast. Men dient hier eerst diverse vlijmscherpe
obstakels te overwinnen. Pas dan kan het gevecht beginnen. Vele vechter
starten dus al gewond aan de strijd. Hierdoor is het telkens de zelfde
die wint. De man werkt samen met de Japanners en op deze manier weten ze
iedereen die een dreiging is gemakkelijk uit de weg te ruimen. Alleen
meester Shan (Tung Lee) weigert steeds om mee te doen. De rest ziet hem
als de meest bekwamen vechter. Voorzichtig proberen ze hem over te halen
maar hij kan het nut er niet van in zijn. Hij heeft de Japanners door en
raadt de rest aan ook gewoon niet mee te doen. Alleen zijn negeren het
advies en schrijven zich toch in. Ondertussen gebeurt er van alles in de
school van meester Shan. Zijn oudste leerling loopt gekrenkt weg. Dit
nadat hij er niet in kon slagen een uitdager te verslaan. Uiteindelijk
was het Lin Chu Cheng (Leung Tien Shang), een veel jongere leerling die
dit wel voor elkaar kreeg. Meester Shan zelf vraagt om onbekende reden
een scheiding aan bij zijn vrouw. De hele school ligt overhoop en het
lijkt er op dat de Japanners zonder moeite van een dreiging afgekomen
zijn. Maar Meester Shan heeft plannen. Hier praat hij liever met niemand
over omdat ze anders de uitkomst wel eens zouden kunnen beïnvloeden.
Met een bijzonder toernooi als basis
is dit een kung fu film met net iets meer diepte als normaal. Het
verhaal concentreert zich niet alleen maar op de strijd die gevoerd
wordt. Er is ook ruimte voor het leed wat dit op psychologisch vlak met
zich meer brengt. Verwacht alleen geen gestroomlijnd drama. Van deze
perfectie en doordachtheid ontbreekt namelijk elk spoor. Het zijn op
zich namelijk wat losse flodders maar toch geeft dit de film juist wat
meer klasse. Het maakt de personages wat levendiger en de reden waarom
er gevochten wordt wat realistischer. Er zitten zelfs wat verrassingen
in het verhaal wat redelijk de standaard lijn volgt. Het is dus
eigenlijk ook gewoon een standaard wraak verhaal. Natuurlijk ontbreken
ook de trainingsscènes niet. En deze zijn juist niet standaard. Het zijn
namelijk hoofdzakelijk technieken om het lichaam te harden.
Spijkerbedden, lopen over glas en messen maar de laatste is wel het
meest bizarre. Leung Tien Shang loopt vorm en doet zijn kracht training
op een ijzeren plaat boven een vuur. Hij houdt dit nog redelijk lang vol
ook en ik weet zeker dat hij hier blaren mee opgelopen heeft. Het is
trouwens bijzonder om deze acteur in een hoofdrol te zien. De meeste
zullen hem wel herkenen van zijn rollen in films uit de Shaw studios.
Maar dit waren bijna altijd kleine rollen en hier speelt hij het
hoofdpersonage. En waar hij er redelijk uit springt in kleinere rollen
redt hij het hier net niet. Hij weet niet zo te boeien als hij zou
moeten en de echte helden uitstraling ontbreekt. Op kung fu gebied doet
hij het leuk maar echt spetteren doet dit ook niet. De film heeft hierin
duidelijk zijn ups en downs. Het ene gevecht is smullen geblazen en het
andere straalt maar weinig uit. Wat hier nu debet aan is valt niet echt
vast te leggen. Er is talent genoeg in huis en choreograaf Chim Lung
liet in films als ‘My life’s on the line’ zien dat hij het wel kon. De
hoofdschurk van het verhaal zijn niet de Japanners. Ga Hoi speelt een
overgelopen Chinees die zijn eigen vlok terroriseert. Zijn uitstraling
is duister en zijn trucjes achterbaks. Maar voor zijn gevechten geldt
eigenlijk hetzelfde. Het ene moment goed en dan opeens valt het weer
tegen. De gebruikte technieken zijn wat beperkt en concentreren zich
hoofdzakelijk op been werk en acrobatiek. Gelukkig is het de kwaliteit
van het geheel wat de film redt. Er is veel aandacht besteed aan de
locaties en de plek waar het toernooi plaats vindt is super. Door de
hoogte levert dit aardig wat mooie beelden op. En dit geldt eigenlijk
voor de gehele film. Taiwan is een mooi land en dit wordt op de juiste
wijze benut. Watervallen, mooie gebouwen en bruggen prijken continue op
de achtergrond. De verzorgdheid van de kleding en de variatie hierin
maakt het geheel af. Helaas is het dus geen perfecte film, maar leuk
genoeg om in de collectie te hebben. ´Dragon on Shaolin tower´ weet te
boeien, te ontroeren en heeft van tijd tot tijd goede actie. En een
ander heel belangrijk plus punt is dat hij praktische vrij is van flauwe komedie.
Copyright
kungfufilms.nl (2006) |