Een bizarre kung fu meester genaamd 'Doom' (Phillip Ko) doet er alles
aan om de beste vechter ter wereld te worden. Als hij hoort dat er in Wu
tang een apparaat is wat hem hiermee kan helpen bedenkt hij meteen een
plan. Hij moet en zal het in handen krijgen. Samen met twee helpers
sluipt hij de tempel binnen en vergiftigt bijna iedereen. Natuurlijk
wordt het apparaat goed bewaakt. De meester die het beschermd levert dus
ook een harde strijd om 'Doom' uit de buurt te houden. Helaas mag dit
allemaal niet baten. 'Doom' krijgt zijn zin en kan de tempel verlaten
met hetgeen waar hij voor kwam. Alleen dat hij een speciale sleutel
nodig had om er iets aan te hebben wist hij niet. De abt had deze uit
veiligheid weggegeven aan iemand die ver buiten de tempel woont. 'Doom'
baalt hier behoorlijk van maar zweert de sleutel te vinden. Ondertussen
kabbelt het leven van Doggie (Suen Kwok Ming) op een rustige wijze
voort. Hij woont al jaren samen met zijn oma (Chiang Sheng) en dit
bevalt hem allemaal prima. Hij staat zelfs op het punt om zijn oude
jeugdliefde wederom te ontmoeten. Alleen dit pakt even heel anders uit
dan verwacht. Het kleine meisje dat hij van vroeger kende is iets groter
geworden. Ze is nu enorm dik en om het wat erger te maken nog bazig ook.
Hierdoor wordt het rustige leventje van Doggie dus ook best ruw
verstoord. Alleen dit is niet het ergste waar hij zich druk om moet
maken. Zijn oma is namelijk degene die de sleutel bewaart die 'Doom'
nodig heeft. Langzaam begint hij in hun richting te komen en zodra hij
ze vindt zal het niet gezellig aflopen. Helaas gebeurt dit precies op
het moment dat Doggie een periode bij zijn oma logeert. Hij ging hier
heen om wat meer man te worden. Hij liet zijn oma alleen achter. Op zich
kon de oude dame prima voor zichzelf zorgen. Alleen tegen het geweld van
'Doom' is ze jammer genoeg niet opgewassen. Als hij later weer thuis
komt wacht hem een onaangename verassing.
Als we het hebben over bizarre kung fu films dan zijn 'Shaolin drunkard'
en 'Miracle fighters' toch wel titels die de kroon spannen. Tenminste
van de films die enige kwaliteit in huis hebben. Want Koreaanse films
kunnen er natuurlijk ook wat van. Alleen daar laat de continuïteit nog
wel eens wat te wensen over. 'Drunken dragon' is een film die perfect in
de traditie van de eerder genoemde films valt. Compleet gestoorde
personages, bizarre humor en keiharde kung fu. Dit alles schiet
werkelijk aan je voorbij in het tempo van een losgeslagen trein. De film
begint met grootse opgezette beelden van een taoïstische tempel. De
wacht wordt op rituele wijze gewisseld en even lijkt het een serieuze
film. Maar al snel belanden we in een gevecht. De strijd gaat tussen een
man met een soort kaars op zijn hoofd en een monnik in een roeiboot.
Jawel, je leest het goed een roeiboot. En om het nog wat sterker te
maken vindt dit alles plaats op het droge. Waarom de monnik in die boot
zit wordt niet genoemd. Wat wel als een paal boven water staat is dat
hij met de peddels kan vechten als de beste. Dit doet hij zonder uit de
boot te komen of op te staan. Als de kaars op het hoofd van de man dan
ook nog in een vlammenwerper verandert is het feest compleet. Voor dit
gevecht alleen is de film al twee keer het aanschaffen waard. Het feit
blijft echter wel dat je hier van moet houden. Maar als je zuiver naar
de actie kijkt kan er niet zoveel mis gaan. Ieder gevecht heeft namelijk
zijn eigen gimmick. Zo neemt een hele dikke vrouw het op tegen meerdere
tegenstanders, probeert de hoofdrolspeler te voorkomen dat hij door een
deur moet. Of wordt de hoofdrolspeler compleet in elkaar geslagen
terwijl zijn gestoorde oom het op primitieve wijze filmt. Ieder gevecht
is dus een klein verhaaltje op zich. Maar de choreografie is van hoog
niveau en op de acteurs is maar weinig aan te merken. Maar wat wil je
ook met grote namen als Leung Kar Yan, Chiang Sheng en Phillip Ko.
Opvallend is dat hoofdrolspeler Suen Kwok Ming het meest onbekend is van
de acteurs. Hij maakte ook maar een stuk of vier echte kung fu films.
Niet geheel vreemd want zijn carrière begon pas in het begin van de
jaren tachtig. Actiefilms heeft hij wel voldoende op zijn naam staan.
Alleen wel bijna allemaal kleinere rollen. En dat is eigenlijk jammer
want hij heeft genoeg in huis. Zijn stijl is vrij rauw en ongepolijst
maar de energie die hij er in legt maakt dit meer dan goed. Gek genoeg
speelt Chiang Sheng de rol van de oma. Hij blijft een aandoenlijk acteur
en de rol past dus ook perfect bij hem. Gelukkig komt hij ook nog even
in actie. Zoals je van hem mag verwachten zit dit gevecht vol acrobatiek
en liggen zijn bewegingen eng dicht bij de perfectie. Phillip Ko is
harder dan hard in zijn uitstraling en gevechten. Eigenlijk geldt dit
voor alle actie in de film maar hij spant de kroon. Er worden dus ook
geen doekjes om bepaalde zaken gewonden. Zonder pardon worden er op
harteloze wijze mensen vermoord. Natuurlijk blijft dit allemaal met een
lichte knipoog aangezien de film niet serieus te nemen is. Maar de
balans tussen humor, actie en verhaal is goed aanwezig. De film kijkt
dus ook erg makkelijk weg. De trainingsscènes zijn ook erg verrassend.
Geen standaard kung fu training maar eerder een combinatie van een
fysieke workout met het bewerken van het onderbewuste. Leung Kar Yan
speelt hier de meester maar eigenlijk heeft hij niet echt verstand van
kung fu. Hij heeft het veel te druk met zijn maffe uitvindingen en
gadgets. Heb je dus behoefte aan een compleet gestoorde en over de top
kung fu film waag je dan maar aan 'Drunken dragon'. Alleen waarom
Rarescope heeft besloten om deze titel te gebruiken is een raadsel want
Drunken stijl is niet terug te vinden in de film. 'Exciting dragon' past
een stuk beter en dit is ook de titel waarmee hij in 1985 uitgebracht
werd.
Copyright
kungfufilms.nl (2006) |