|
Als het hoofd van de
Shaolin tempel plots komt te overlijiden blijft de rest achter zonder
dat er een opvolger aangewezen is. Er wordt besloten dat er door middel
van een gevecht beplaald wordt wie de leiding over mag nemen. Het
gevecht verloopt niet helemaal eerlijk, maar de goede monnik weet toch
te winnen. Kwaad verlaat de verliezer de tempel om zich vervolgens is
Japan te vestigen. Hier ontwikkeld hij zijn eigen stijl die later bekend
zou worden als Karate. Jaren gaan er voorbij tot er opeens een van zijn
leerlingen problemen maakt in China. Si Man Kwan (Phillip Ko) wil
namelijk het gezicht verlies van zijn leraar recht zetten en bewijzen
dat zijn Karate beter is dan welke kung fu stijl dan ook. Iedereen wordt
uitgedaagd en verbazingwekkend genoeg verslaat hij iedereen.
Cheung Yan
(Pomson Shi) ziet het allemaal gebeuren en besluit de confrontatie uit
de weg te gaan. Iedereen is erg teleurgesteld en eigenlijk wel een
beetje boos door het laffe gedrag van
Cheung Yan.
Wanneer hij uitlegt dat hij niet in een keer al zijn kansen wil
verspelen wordt er wat mee begrip getoond. Hij sluit zijn school en
begint aan een lange reis om een van de beste vechters (Cliff Lok) van
China om hulp te vragen. Onderweg komt hij steeds meer goede vechters
tegen die zich stuk voor stuk bij hem aansluiten. Maar als ze eenmaal
bij Shao Tang
aankomen verteld hij dat hij jaren geleden gezworen heeft nooit meer te
vechten. Alle moeite lijkt voor niets maar
Shao Tang
veranderd al snel van gedachte. Gezamenlijk gaat dit sterkte team op pad
om een eind te maken aan de terreur van Si Man Kwan.
Een film die
gefinancierd werd door de Hongkong kung fu federatie en waar dus ook een
aantal echte kung fu meesters aan meewerkte. Een van de meest opvallende
is Chan Sau Chung
doordat hij zo kort van lengte is. Zijn stijl is echter superstrak en
beheerst. Dit is prachtig te zien in het eerste gevecht van de film. Dit
gevecht vindt plaats na de bekende kung fu film introductie tegen een
rood scherm. Stuk voor stuk laten alle acteurs hun kunnen zien en is er
te lezen welke stijl ze beoefenen. Ook wordt er iets gemeld over hun
wedstrijd verleden en wat ze doen als ze geen films maken. Een leuke
toevoeging maar voor de getoonde kung fu is erg goed. Deels is ‘Duel of
the seven tigers’ een reis verslag. Dit beslaat de helft van de film en
in dit deel worden stuk voor stuk de helden geïntroduceerd. Iedereen
heeft echt zijn eigen stukje waarin hij mag laten zien wat hij kan. In
het geval van Yeung Pan Pan en Han Ying Chieh
gaat het hier om een prachtige kung fu demonstratie. Zowel ongewapend
als ongewapend laten ze mooie dingen zien om vervolgens het publiek uit
te dagen om twee borden van Yeun Pan Pan af te pakken.
Chiu Chi Ling
speelt een dronkelap die zich meestal in de haven ophoudt. Hij verdiend
zijn geld door met gemak zware zakken te verplaatsen. Dit kan hij door
waanzinnige kracht die hij door Hung Gar opbouwde. Om iedereen stuk voor
stuk te omschrijven zou wat veel zijn, maar deze introducties zijn wat
mij betreft het leukste deel van de film. Het draait hier niet zo zeer
om kung fu, maar meer om wat je er in het dagelijks leven aan hebt. Van
een kung fu komedie is niet echt te spreken, maar alles heeft wel een
kleine knip oog en er valt zeker wel wat te lachen. Het verhaal is
natuurlijk vrij simpel, maar de manier waarop alles weergegeven wordt is
dik in orde. De gecreëerde situaties zijn leuk en erg goed op gezet.
Hierdoor worden de meeste karakters erg boeiend. Het houdt namelijk ook
niet op bij de voorgrond. Op de achtergrond gebeuren namelijk ook nog
wel eens leuke dingen. Als je de film in drie delen zou verdelen zijn de
eerste twee delen het beste en het meest boeiend. Dit geldt eigenlijk
voor zowel de kung fu, als wat er verteld wordt. Het laatste half uur
bestaat eigenlijk uit alleen maar gevechten en trainingen. Cliff Lok is
hierin het middelpunt en ondanks dat hij een erg charismatische
uitstraling heeft mist hij wat als het op kung fu aankomt. Het gaat hier
hoofdzakelijk om zijn flexibiliteit want als het om echt knokken gaat
staat hij zeker wel zijn mannetje. Je wordt namelijk niet zomaar drie
maal kampioen. Het gevecht wat hij heeft tegen Phillip Ko is zeker van
hoog niveau, maar toch weet het niet super te boeien, het blijft
allemaal vrij vlak. Dit komt waarschijnlijk door het hoge niveau van de
rest van de film iets wat aan het einde dus een beetje afslapt. Jammer,
maar toch blijft de film er eentje die je gezien moet hebben. Al is het
alleen maar voor de aanwezigheid van Yeung Pan Pan, het geweldige eerste
gevecht en de leuke introducties van de helden.
Copyright
kungfufilms.nl (2004) |