|
Na de verwoesting van de Shaolin tempel komen de
overlevenden bijeen. Er worden onderling verhalen uit gewisseld en
uitgezocht wie er levend uit de strijd gekomen zijn. Maar het nieuws dat
hoofdmonnik Chi San gedood is valt erg slecht. Vooral Hung Si Kwan (Chen
Kuan Tai) heeft het er erg moeilijk mee en zijn eerste reactie is om
meteen wraak te nemen. Omdat de dader Pan Mei (Lo Leih) een extreme
vaardigheid op het gebied van kung fu heeft, raadt iedereen hem af om
meteen wraak te nemen. Pan Mei is namelijk praktisch onkwetsbaar en
heeft maar een zwakke plek. Niemand weet waar deze zwakke plek zich
bevindt en buiten dat is het ook nog eens extreem moeilijk om hem te
raken. Voorlopig legt Hung Si Kwan zijn wraak plannen naast zich neer en
sluit zich aan bij de rebellen. Waar het mogelijk is maken ze het de
Manchu’s moeilijk en zorgen ze voor verzet. Om het risico gepakt te
worden zo klein mogelijk te houden, wonen de rebellen op rode boten en reizen rond als Peking opera
gezelschap. Tijdens een van deze reizen ontmoet Hung Si Kwan zijn toekomstige vrouw Yun Chun (Lilly Li). Samen vormen ze
een nogal eigenwijs stel en hebben nogal moeite elkaars kung fu stijlen
te accepteren. Als uitlekt dat er zich een boel rebellen op de rode
boten bevinden, worden bijna alle boten vernietigd en valt het net werk
uiteen. Iedereen gaat zijn eigen weg omdat ze individueel meer kans
maken om hun werk voort te zetten. Hung Si Kwan gaat samen met zijn vrouw
ergens in de bossen wonen en niet veel later krijgen ze een zoon, Wen
Ding (Wong Yu). Maar in al die tijd is de wraak op Pan Mei nog steeds
niet uitgevoerd, maar Hung Si Kwan is het nog steeds niet vergeten. Met
de hulp van een boek begint hij aan zijn training. Pas als zijn zoon
tien jaar oud is zoekt hij voor het eerst de confrontatie met Pan Mei
op. Dit pakt alleen niet zo uit als hij wil en Pan Mei is nog steeds
veel te sterk voor hem. Zwaar gewond keert hij terug. Maar het gevecht
is niet voor niets geweest, want hierdoor heeft hij meer inzicht in de
vechtstijl van Pan Mei gekregen. De training wordt aan gepast en jaren
later probeert Hung Si Kwan het opnieuw. Dit keer heeft hij minder geluk
en als hij na tien dagen nog niet terug is vrezen zijn vrouw en zoon het
ergste. Wen Ding twijfelt geen moment en zoekt onmiddellijk het
trainingshandboek van zijn vader op om zich voor te bereiden om zijn
vader te wreken.
De derde film van Liu Chia Liang als regisseur maar
zijn kenmerkende stijl is nog niet helemaal aanwezig. Het aparte is dat
het gezin enigszins centraal staat en dat alles een vrij serieus tintje
heeft. Er is wel humor aanwezig maar niet in de mate die je vaak in
zijn latere films terug zal vinden. De sfeer is gemoedelijk en
ongedwongen en het wraak verhaal wordt niet echt naar voren geschoven.
Het gevoel van haat voor de slechte, wat normaal zo sterk opgeroepen
wordt in een Hongkong film ontbreekt compleet. Het draait hier meer om
de familie en liefdes relatie van Hung Si Kwan. Hierdoor is het een
aparte film geworden en niet echt voor de diehard kung fu fans.
Natuurlijk zitten er voldoende gevechten en trainingsscènes in de film
die allemaal erg vermakelijk zijn. Vooral de rol die Liu Chia Hui is erg
heldhaftig. Helaas is zijn rol maar kort en verwacht er dus niet te veel
van. De gevechten zijn net een tandje sneller dan in de meeste film van
Chang Cheh waarbij Liu Chia Liang voor de
choreografie zorgde. De montage hier van is ook een tikkeltje afwijkend.
Ze bestaan niet continue uit lange series van bewegingen maar worden ook
afgewisseld door wat kortere. Je kan dus duidelijk merken dat Liu Chia
Liang aan het experimenteren was en zocht naar een nieuwe stijl in zijn
choreografie. Als je zelf regisseur bent heb je natuurlijk veel meer
mogelijkheden dan als je alleen maar choreograaf bent. Alles speelt zich
vrij veel op een plek af en hierdoor is de film heel makkelijk in tweeën
te delen. Een introductie en de samenkomst van de helden en als tweede
deel de trainingen en de uitvoering van de wraak.
De dummy die Chen Kuan Tai in de voorbereiding gebruikt is
absoluut super. Een groot metalen beeld dat als je het op het hoofd
slaat een aantal knikkers door diverse gangetjes laat vallen. Het doel
is om er die ene gemarkeerde knikker uit te halen voordat hij de grond
raakt. Hiermee is het de bedoeling om je techniek en snelheid te
verbeteren. Chen Kuan Tai speelt zoals gebruikelijk goed maar Lo Lieh en
Wong Yue maken de film. Lo Lieh door zijn rol als Pan Mei, compleet met
witte pruik, snor, baard en lange wenkbrauwen. Zijn gezichtuitdrukking
is erg intens en intimiderend En
voor Wong Yue is dit absoluut zijn beste rol op martial arts gebied.
Zijn jeugdige en rebelse uitstraling wordt vermengt met heldhaftige
onbezonnenheid. Let vooral even op de knotjes aan de zijkant van zijn
hoofd en zijn niet-te-missen kleurrijke jasje. Pan Mei wordt niet
verslagen doordat zijn tegenstander sterker is maar doordat hij hem
onderschat. Voor het jaartal waar de film in gemaakt is wijkt hij nogal
af. Dit komt voor al door het luchtige uitwerking van het verhaal. Ik
kan me best voorstellen dat dit niet helemaal is wat je verwacht. Maar
de manier waarop Liu Chia Liang eigenhandig het genre op een andere
manier weet te belichten dwingt toch respect af.
Copyright
kungfufilms.nl (2004) |