Via San fransico komt Tjin Hau (Chen Lee)
in Amerika aan. Hij heeft nog geen idee wat hem te wachten staat maar
merkt al snel dat de inwoners niet echt vriendelijk tegen vreemden zijn.
Met wat moeite koopt hij een kaartje om naar Texas te rijden met een
postkoets. Op de helft van de rit wordt hem verteld dat hij verder niet
mee mag en hij wordt in de woestijn achter gelaten. Gelukkig is er een
kleine herberg in de buurt waar hij zich wat kan opfrissen voor zijn
verdere reis. Hier krijgt hij het voor het eerst echt aan de stok met
drie cowboys. De mannen maken aan de lopende band racistische
opmerkingen totdat Tjin Hau het genoeg vindt. Met gemak weet hij de
heren te overmeesteren en vervolgt zijn reis. Op een ranch die niet ver
van de herberg ligt vraagt hij om werk. Maar ook hier nemen de heren hem
om zijn afkomst niet serieus en wederom komt het tot een treffen. Tjin
hau laat zich echter niet uit het veld slaan en levert bewijs van zijn
kracht. Omdat hij niet met dit soort mannen wil werken besluit hij
gewoon verder te zoeken. Als hij zijn paard wat laat drinken bij een
rivier komen er drie mannen op hem af. Eerst lijkt het er op dat de
heren hem willen testen, maar na al die gevechten heeft Tjin Hau een
behoorlijke reputatie opgebouwd. Ze bieden hem aan baan aan bij de
beveiliging van een grote kudde. De eigenaar is een advocaat met de naam
Spencer (Piero Lulli). Maar
bij de eerste opdracht blijkt al snel dat het niet om vee gaat maar
mensen smokkel. Als dan ook nog eens het leger op het spoor van de
smokkelaars is besluiten ze om de slaven neer te schieten. Dit gaat Tjin
Hau veel te ver en hij grijpt in. Ternauwernood weet hij te ontsnappen
maar voor de slaven is het te laat, er is er slechts nog één in leven.
Als dit nieuws bij de heer Spencer aan komt is hij woedend. Helemaal als
hij een dag later hoort dat Tjin Hau het voorval al bij de politie
gemeld heeft. Gelukkig voor Spencer zijn deze zo corrupt als maar kan en
vormt dit niet echt een dreiging voor hem. Toch vindt hij Tjin Hau een
enorme bedreiging en besluit vier van de meest gewelddadige
moordenaar achter hem aan te sturen.
Een heuse spaghetti western met een bijzondere
invalshoek. De held van het verhaal is namelijk geen cowboy, maar een
Chinees. Hij moet zich een weg schoppen en slaan door het racistische
Amerika iets wat totaal anders uitpakt dan verwacht. Het bijzondere
hiervan is het jaar waarin de film gemaakt is. Het jaar 1972 ligt
namelijk gelijk aan de Hongkong release van Bruce Lee's 'fist of fury'.
Dit betekend dat de makers van de film er vlot bij waren met het
combineren van de twee genres. Natuurlijk brengt dit een aantal stijl
foutjes met zich mee. Een typische geval van - we hebben de klok horen
luiden, maar we weten net niet waar de klepel hangt. Zo is Chen Lee
duidelijk geen volbloed Chinees en is zijn manier van vechten meer
gebaseerd op karate dan op kung fu. Regelmatig zien we hem rijst eten en
andere typische oosterse dingen. Wat later in de film krijgen we een
terugblik te zien van zijn training. Dit komt meer over als een westers
klooster dan als een Boedistische tempel. Het wapen wat hij hanteert is
duidelijk Japans evenals de kleding stijl van zijn medeleerling. Het is
dus ook duidelijk meer een western dan een kung fu film. Toch is dit een
film die erg vermakelijk is. Het verhaal is vrij simpel en de hoofdrolspeler botst tegen een heleboel boze mannen aan. Werkelijk iedere
Amerikaan zit hem dwars en vandaar dat hij uiteindelijk ook bij de
Mexicanen belandt. De film zelf ziet er goed verzorgt uit met prachtige
open landschappen en de bijpassende western gebouwen. Het camerawerk is
goed gevarieerd en werkt erg met dieptes in de sets. Ondanks dat de
gevechten erg snel gemonteerd zijn geven ze een erg realistische gevoel.
Het past wel in de western sfeer en bij het eindgevecht wat tegen een
Chinees is dit iets anders. Hier zitten er wel meerdere bewegingen in een
shot. Om het pistool tegen vuisten probleem op te lossen heeft onze held
telkens weer een ander trucje. Hij gebruikt de spullen in zijn omgeving
zonder dat het realisme heel erg aangetast wordt. Als tegenspeler heeft Chen Lee onder andere Klaus
Kinski. Een western legende die een geweldige rol neerzet. Hij speelt
een psychopathische moordenaar die er een gewoonte van maakt om zijn
slachtoffers levend te scalperen. Voor de afwisseling tussen alle kung
fu films is 'The Fighting Fists of Shangai Joe' zeker een aanrader. Want
de spaghetti western en de kung fu film liggen eigenlijk niet zo ver uit
elkaar. Copyright
kungfufilms.nl (2005) |