|
Onder valse voorwenselen belandt Tseng Yung (Danny Lee)
in de gevangenis. Hij wordt ondervraagt door hoofdcommissaris Lo (Chen
Kuan Tai). Maar een echte ondervraging is het niet. Het lijkt meer op
een marteling om hem tot toegeven te dwingen. Tseng Yung blijft
volhouden dat hij het niet gedaan heeft en wordt meer dood dan levend
terug in zijn cel gegooid. Niet veel later krijgt hij bezoek van zijn
oudere broer, Tseng Kan (Wang Chun). Tseng Yung vraagt zijn broer ten
einde raad om de hulp in te roepen van Ge Liang (David Chiang). Maar Ge
Liang is een nogal apart figuur die heel moeilijk te vinden is. Het
enige aanknopingspunt dat Tseng Kan heeft is een herberg in de stad. Als
hij de eigenaar te spreken krijgt komt hij niet echt verder want deze
heeft geen idee waar Ge Liang zich bevindt. Buiten ontmoet hij een
zwerver die toevallig de naam van de man die hij zoekt laat vallen.
Onmiddellijk vraagt hij de zwerver waar hij hem kan vinden, maar ook
deze man heeft geen idee. Hij krijgt wel een volgend aanknopingpunt, het
adres van een rijke man aan de andere kant van de stad. Ook hier komt
hij niet verder en de moed zakt hem in de schoenen. Verder zoeken hoeft
niet want ondertussen heeft Ge Liang hem zelf al gevonden. Tseng Kan
verteld hoe zijn broer onschuldig veroordeeld zal worden voor de dood en
beroving van zeven mensen. De broers waren wel betrokken bij deze
overval, maar stonden aan de goede kant. Echte aanknopingspunten om de
echte dader op te sporen zijn er niet. Het enige wat ze hebben is dat de
leider een wond aan zijn rechterbeen zou hebben. Niet veel maar Ge Liang
stemt in om te helpen. Eerst vraagt hij aan Tseng Kan om geld te lenen
bij de rijke man waar hij al eerder was en dit aan Commissaris Lo te
geven. Op deze manier moeten ze wat tijd kunnen winnen om het onderzoek
op gang te krijgen. Het enige wat niemand weet is dat Ge Liang een
meester in het vermommen is en op deze manier de hele omgeving al tijden
manipuleert.
Een verhaal dat ontelbare mogelijkheden te bieden
heeft en deze worden redelijk benut. De manier waarop David Chiang met
zijn vermommingen de hele situatie weet te beïnvloeden is absoluut
geweldig. Natuurlijk zitten er wel een paar niet kloppende
eigenaardigheden in het verhaal. Want bijna zeven personen tegelijk
zijn, zonder dat iemand dit merkt lijkt me onmogelijk. Maar daar gaat
het natuurlijk niet om, er moest anderhalf uur vermakelijke film gemaakt
worden en dat is gelukt. Zoals bekend zijn plaksnorren, baarden en
pruiken zijn natuurlijk altijd al materialen die door de Shaw studio's
graag gebruikt werden. Maar om David Chiang in een film regelmatig van
uiterlijk te zien veranderen is natuurlijk nieuw. En ik moet zeggen dat
dit hem goed afgaat. Het blijft iedere keer wel duidelijk David Chiang
maar de verschillen in de karakters zijn goed merkbaar. Hij laat dus een
goed stukje acteerwerk zien en het woord hoofdrol wordt op deze manier
behoorlijk uitgediept. Er zijn namelijk maar weinig scènes waarin hij
niet aanwezig is. Hierdoor komen de karakters van de andere acteurs
enigszins in het gedrang. Dit komt ook doordat er nogal wat personages
in de film verwerkt zijn. Ze hebben allemaal netjes hun doel voor de
ontwikkeling van het verhaal maar missen hierdoor net dat beetje extra.
De rol van Chen Kuan Tai blijft klein en hetzelfde geldt voor Danny Lee
en Wang Chung. Ze zijn aanwezig en daar blijft het ook bij. Voor
liefhebbers van David Chiang is deze film dus ook een must. Ondanks dat
kung fu in deze film geen hoofdonderdeel is, zijn er toch voldoende
gevechten aanwezig. Natuurlijk zijn deze totaal vrij van acrobatische
toeren maar het tempo zit er goed in en ze zijn goed overzichtelijk. De
choreografie zit leuk in elkaar en is soms bij het grove af. Ik doel
hier op de moorden waar het personage van Danny Lee beschuldigt van
wordt. De rolverdeling in de gevechten is wel wat beter en het is niet
alleen David Chiang die de overhand heeft. Zowel Shut Tung Tin als Chen
Kuan Tai komen hier goed aan bod. Wat actie betreft is niet alleen maar
kung fu maar tegen het einde ontstaat er een achtervolging te paard. Het
aparte is dat het paard achtervolgd wordt door een motor. Even wennen,
maar uiteindelijk toch vermakelijk. De sfeer is het ene moment grimmig
en slaat dan opeens weer om naar lichte humor. Er zit dus genoeg
variatie in het verhaal om het boeiend te houden. En het blijft lang de
vraag wat er nu exact aan de hand is, lekker mysterieus dus. Doordat
stukken uit de film iets weg hebben van een western is alles erg
toegankelijk voor mensen die nieuw zijn in het genre. Hierdoor en door
het leuke verhaal zou 'The imposter' uitermate geschikt zijn voor
vertoning op tv.
Copyright
kungfufilms.nl (2004) |