Li Bao-Tong (Wong Yue)
leeft zijn leven per moment. Het enige waar hij zich echt voor
interesseert is kung fu. Hier is hij in de loop der jaren aardig goed in
geworden. Nog niet zo lang geleden kwam hij in aanraking met een
bedelaar genaamd Chen Ying-Gang (yuen Bun). Deze nam hem onder zijn
vleugel en in ruil voor eten leerde hij de jongen kung fu. Dit alles
gebeurt stiekem. Li Chang-Jian (Ku Feng) de vader van Li Bao-Tong wil
namelijk niet dat zijn zoon kung fu leert. Hij ziet hem liever studeren
om zo later een goede baan te krijgen. Zelf is Li Chang-Jian aardig
succesvol. Iedereen respecteert hem en zijn katoen bedrijf zet veel om.
Het zorgeloze leven van Li Bao-Tong slaat plotseling om. Eerst strijkt
hij gangster He Chang-Xing (Wang Lung Wei) aardig tegen de haren in. Dit
incident wordt uiteindelijk in de kiem gesmoord. Maar niet veel later is
het echt mis. Voor zijn ogen wordt Chen Ying-Gang door een
huurmoordenaar (Yuen Wah) vermoord. Het kost Li Bao-Tong moeite om te
ontsnappen maar het lukt hem toch. In de haast en door zijn grote
fantasie begrijpt hij de laatste woorden van zijn leraar helemaal
verkeerd. Hij denkt nu dat zijn vader de opdracht gaf tot deze aanslag.
Meteen waant hij zich de zoon van een groot gangster. Zijn gedrag neemt
nu helemaal excessieve vormen aan. Hij wordt nog een grotere
praatjesmaker en beledigt de een na de ander. De angst voor zijn vader
neemt echter niet af. Continue denkt hij dat de huurmoordenaars die
achter hem aan zitten door hem gestuurd zijn. Hierdoor ontstaat een hele
rare situatie. Li Bao-Tong heeft hier echter niet zo heel veel van door
en gaat op dezelfde wijze verder. Dit verandert echter als hij opeens
door heeft hoe de vork in de steel zit.
Als we het hebben over
de betere regisseur van de Shaw studios is Sun Chung er toch eentje die
genoemd moet worden. Helaas geniet hij niet de bekendheid die hij
verdient. Zijn films zijn nog niet ontdekt door het grotere publiek.
Toch behoren ze absoluut tot de klassiekers. Vooral films als 'Avenging
eagle', 'Human lanterns' en 'The deadly breaking sword' zijn hier een
goed voorbeeld van. Wat direct opvalt is dat Sun Chung niet genre
gebonden is. Hij redt zich overal wel en de resultaten zijn altijd goed.
Met 'The kid with a tattoo' maakt hij na meer dan zes jaar weer eens een
komedie. Eentje die qua verhaal redelijk standaard is maar door de magie
van Sun Chung er toch uit springt.
Bijna iedere kung fu
komedie heeft een nog jonge hoofdrolspeler die gek is op kung fu en het
leven niet echt serieus neemt. Een bijdehante snotaap die alleen aan
zichzelf denkt en iedereen tegen zich in het harnas jaagt. 'The kid with
a tattoo' is hier geen uitzondering op. Het enige wat er ontbreekt is de
wraak voor de dood van de meester. Althans, er wordt wel een meester
vermoord maar dit schijnt het hoofdpersonage niet heel veel te deren.
Hij heeft het te druk met zichzelf en zijn eigen fantasie. Hier wordt
leuk mee gespeeld. Er wordt zelf twijfel opgewekt bij de kijker over wat
er nu werkelijk allemaal aan de hand is. Zoals je van Sun Chung mag
verwachten weet hij dit alles in een goed vat te gieten. Het verhaal
loopt dus ook op een goed tempo door. Variatie is er ook genoeg en de
film stort dus ook geen moment in. Hoofdzakelijk is het allemaal
komedie. Maar wel komedie die binnen de perken van het toelaatbare
blijft. De personages gaan dus ook niet over de top. De grappen zijn
redelijk standaard. Helemaal dubbel liggen van het lachen is er dus ook
niet bij. Maar dit maakt op zich niet uit. De sfeer van het geheel is
goed en hierdoor is het een hele prettige film.
Visueel gezien gaat
het hier om een waar juweeltje. Niemand weet de Shaw studios zo te
benutten als Sun Chung. Hij heeft het kiezen van cameraposities tot een
kunst verheven en bewijst dit hier wederom. Zijn bewegende beelden
draaien vloeiend over de sets heen om op het juiste moment tot een halt
te komen. Hierbij wordt ieder opstakel perfect ontweken of juist in het
totaal plaatje benut. Een waar feest om naar te kijken.
Ondanks dat het
genre waar deze film in past aardig uitgemolken is kiest Sun Chung hier
bij de actie voor een eigen stijl. Om dit te verwezenlijken vroeg hij
aan Tong Gai om de choreografie te verzorgen. Deze ging aan het werk met
Wong Yue en wist het allerbeste uit de acteur te halen. Wong Yue heeft
nooit heel erg uitgeblonken op het gebied van kung fu. Het is meer zijn
branie en charisma wat hem tot de acteur maakte die hij was. Hier levert
hij zijn beste prestatie. Hij doet dit zonder stuntdubbel of andere hulp
middelen. Dit gebeurt zuiver doordat Wong Yue mag doen waar hij goed in
is. Hij mag vallen, springen, duiken, klauteren en tussendoor lekker
bijdehand doen. Verder schopt en slaat hij goed om zich heen en grijpt
hij af en toe naar een stok of een zwaard. Het element fantasie wat
gebruikelijk is in het genre is ook een stuk minder aanwezig. De
gevechten gaan dus ook echt hard tegen hard. Helemaal als hij het tegen
Wang Lung Wei of Yuen Wah mag opnemen. Opvallend is natuurlijk al dat
Yuen Wah in een Shaw film te zien is. Toch is het zo dat hij in flink
wat Shaw films gespeeld heeft. Echter waren dit altijd kleine rollen.
Hij kreeg zijn echte bekendheid pas toe hij voor Golden Harvest ging
werken. Wat hier extra opvalt is dat deze super acrobaat het hier zonder
acrobatiek moet doen. Dit is wel een beetje vreemd maar pakt toch
positief uit.
Hoofdzakelijk draait
de gehele film om Wong Yue. Hij is praktisch in elke scene te zien.
Storend is dit niet want zijn voorkomen en gedrag is hier erg
vermakelijk. Ter ondersteuning doet Ku Feng het ook erg verdienstelijk.
Hij speelt hier de truttige oude vader. De pruik die hij op heeft is
werkelijk hilarisch en zijn gedrag stijf. Hier tegenover staat super
schurk Wang Lung Wei. Iedere rol die hij speelt is eigenlijk hetzelfde.
Echter is het altijd weer leuk. Yuen Wah heeft een redelijk grote rol.
Toch valt hij niet op als Yuen Wah. Hij ziet er niet zo uit als je hem
zou herkennen uit de latere Jackie Chan en Sammo Hung films. Zijn
vechtstijl is ook anders.
'The kid with a tattoo' is verplichte kost voor liefhebbers van kung fu
komedies. Sun Chung laat zien dat je films in dit genre ook op
artistieke wijze kan maken. Er zit veel aandacht in de opbouw en de
visuele uitstraling van de film. Hierdoor komt het allemaal wat meer
volwassen over. De gevechten werden door Tong Gai gechoreografeerd en
hij wist het beste uit de acteurs te halen. Vooral Wong Yue levert hier
een topprestatie. Hij is namelijk komisch goed op dreef en krijgt hier
ook nog eens de kans om goed te laten zien wat hij echt kan.
Copyright
kungfufilms.nl (2008) |