Een grote bek en een enorm gevoel voor rechtvaardigheid is het gene wat Wei Chung (Ching Siu Tung) al meerdere malen in de problemen bracht. Hij kan ook nog eens aardig vechten en hierdoor trekt hij graag de vergelijking tussen hem en Wong Fei Hung. De laatste keer dat hij iemand te hulp schoot is hij alleen net even iets te ver gegaan. Het gevolg hiervan is dat hij voor drie jaar in de gevangenis belandt. Maar ook hier gaat hij lachend en accepteert zijn vonnis. Het duurt alleen niet lang voordat hij het aan de stok krijgt met de meest gevreesde gevangene die er is. Een oude man met vies lang haar en een oog. Continue zitten ze elkaar dwars maar het is wel duidelijk dat Wei Chung geen schijn van kans tegen over hem maakt. Op een morgen wordt Wei Chung opeens aangesproken door de man. Hij geeft hem de helft van een houtenamulet. Hij verteld hier bij dat zodra Wei Chung vrij is hij opzoek moet gaan naar de gene met de andere helft. Tien minuten later wordt de oude man door middel van geweerschoten om het leven gebracht. Als Wei Chung de volgende dag tijdens zijn buitenwerk ruzie krijgt met de bewakers schiet Wei Chung hem te hulp. Deze nieuwe gevangenen zit aan hem vast geketend dus erg veel anders kon hij niet echt doen. Samen weten ze te vluchten en de bewakers ver achter zich te laten. Als ze zich uiteindelijk van de boeien hebben weten te ontdoen gaan ze hun eigen weg. Bijna tegelijkertijd meldt inspecteur Tung Hei Fung (Kwan Fung) zich bij de gevangenis. Hij schijnt opzoek te zijn naar de oude man die gisteren geëxecuteerd is. Als hij dit hoort vraagt hij onmiddellijk naar het amulet. En van de bewakers weet hem te vertellen dat Wei Chung deze heeft gekregen. Tung Hei Fung Zet onmiddellijk een zoektocht op poten om hem te vinden. Het lijkt er alleen niet op dat deze politie man erg veel goeds in de zin heeft.

Eigenlijk is dit een beetje een vreemde eend in de bijt. De film werd geproduceerd door de Shaw studio’s maar wekt het gevoel een individueel geproduceerde kung fu film te zijn. John Lo Mar, die ook verantwoordelijk was voor de regie van ‘Five super fighter’ kreeg waarschijnlijk de opdracht om het succes van Jackie Chan’s ‘Drunken master’ uit te buiten. Het verhaal en de actie is totaal vergelijkbaar met andere kung fu komedies. Het grote verschil zit hem natuurlijk in de ervaring en de grote sets die de Shaw brothers te beschikking hebben. Het voelt dus allemaal erg compleet en gestroomlijnd aan. Een echt diepgaand verhaal hoef je alleen niet te verwachten. Het gaat om een ouderwets wraak verhaal van de ene stijl tegen de andere. Tussen de gevechten door wordt het op gevuld door belevenissen van de hoofdrolspeler. Zo redt hij een oude man van een stelletje afpersers en belandt hij in een bordeel. Het laatste levert wel een heel bizarre scène op. Hij wordt naar binnen geronseld met de belofte dat het meisje beter in kung fu is dan hij. Dit spreekt hem natuurlijk wel aan en hij besluit een kijkje te nemen. Het onverwachte blijkt waar te zijn en ze laat hem letterlijk alle kanten van het bed zien. Deze voor mij onbekende maar extreem flexibele dame laat de kijker werkelijk versteld staan. Het Chinese staatcircus is er niet bij zullen we maar zeggen. We rollen dus werkelijk van het ene gevecht in het andere. Het opvallende hiervan is dat het allemaal wat traag op gang komt. In het begin heb je dus ook zoiets van, is dat het nu? Maar als het zaakje eenmaal begint te rollen gaat het allemaal steeds sneller en agressiever. De gevechten weten op deze manier de kijker werkelijk een adrenaline kick te bezorgen. Chin Siu Ting die eigenlijk meer bekend staat als regisseur of choreograaf schittert hier in een van zijn weinige hoofdrollen. Zijn vaardigheid is absoluut ongeëvenaard en dit laat hij zien ook. Veel acrobatiek, mooie technieken en alles strak uitgevoerd. Het is echt zonde dat hij zich achter de schermen meer op zijn plek voelt want hij doet het echt fantastisch. De tweede hoofdrolspeler aan de kant van de goede is Hau Chu Sing. Ondanks dat hij erg zijn best doet is zijn kung fu stijl niet echt overtuigend te noemen. Het lijkt allemaal erg ongecontroleerd te zijn en geen kracht te hebben. In de gevechten zelf valt dit niet zo op, maar in de trainingen komt dit pijnlijk naar voren. Verder zit de film gelukkig bommetje vol met onbekend kung fu talent. Vooral Kwan Fung laat dingen zien die de mond open doet vallen. Het wapen van zijn keuze is de stok. Hiermee is hij snel en krachtig en de technieken die hij laat zien zijn erg verbluffend. Het eind gevecht is dus ook om je vingers bij af te likken. Wat komedie betreft blijft het allemaal netjes binnen de perken. Geen onrelevante scènes met extreme typetjes. De meeste personage zijn eigenlijk allemaal wat tegen het ongewone aan maar dit zit hem meer in de kleding en pruiken. Om een lang verhaal kort te maken raad ik iedereen die geweldige gevechten wil zien deze film onmiddellijk aan te schaffen. Het verhaal voegt niet echts aan het genre toe, maar de sfeer is ontspannen en vrolijk zoals het hoort in een kung fu komedie. Absoluut top vermaak dus!

Copyright kungfufilms.nl (2005)