Het is het jaar 2009 en
Japan heeft net twintig jaar van recessie achter de rug. Het gaat dus
ook niet goed met het land. Langzaam glijdt de bevolking af en een
nieuwe drugs genaamd Bloodheat maakt het er niet beter op. De
hoofdleverancier van dit product Rai Kenjin (Masaya Kato) echter wel.
Hij leeft als een vorst en bij wijze van een stukje vermaak richt hij de
Muscle dome op. Dit is een plek waar vechters in een kooi op leven en
dood kunnen vechten. De toeschouwers krijgen een kans om voor eens en
altijd uit de problemen te komen. Hiervoor moeten ze echter wel hun
levensverzekering in zetten. Ook zij strijden dus op leven en dood en
laten hierbij hun kinderen eenzaam achter. Joe Jinno (Kane Kosugi) is
een navy seal die jaren geleden oneervol ontslagen werd. Na een periode
in de gevangenis werd hij geronseld door undercover agent Aguri
Katsuragi (Sho Aikawa). Deze nam hem mee naar Japan om hem te laten
helpen in de strijd tegen de oprukkende onderwereld. Maar erg makkelijk
gaat het niet. Iedere stap naar voren betekent er twee achteruit. Maar
na een inval in een nachtclub van Rai Kenjin gaat het helemaal fout.
Aguri Katsuragi wordt gevangen genomen. Zonder pardon wordt hij de
muscle dome in geworpen en mag hij het opnemen tegen de regerend
kampioen, Lee (Ken Lo). Joe Jinno ontdekt dit net te laat. Hij komt dus
ook net binnen als Aguri Katsuragi zijn laatste adem uitblaast. Compleet
door het lint opent hij de jacht op Rai Kenjin. Alleen deze is hem
steeds net te snel af.
Iedere zichzelf
respecterende martial arts filmliefhebber is wel bekend met Sho Kosugi,
de laatste levende ninja. De man was een legende in de jaren tachtig en
maakte de ene geweldige ninja film na de andere. Maar dat is verleden
tijd en nu is het zijn zoon, Kane Kosugi die de naam voort mag zetten.
Na allerlei bijrollen was het in 2002 voor hem de beurt om een hoofdrol
op zich te nemen. En uit respect voor de vader zijn we het toch wel
verschuldigd om deze film in ieder geval een keer te bekijken.
Wat meteen opvalt
aan 'Muscle heat' is dat de film wat verhaal betreft zo in het begin van
de jaren negentig gemaakt had kunnen zijn. Doorgeslagen drugsdealers,
een toernooi en een knokkende politieagent om de boel op te rollen. Niet
echt origineel en de echte diepgang is helaas ook nog eens ver te
zoeken. Dingen worden slecht onderbouwd en veel berust op
toevalligheden. Wat dat betreft is de film dus een redelijk zware zit.
Gelukkig zit de variatie er wel goed in. Het loopt allemaal redelijk
vlot door. Dit komt natuurlijk ook omdat er niet echt veel dialoog in de
film zit. Buiten de jaren negentig sfeer neigt het ook naar de bekende
Amerikaanse hiphop cultuur. De kledingstijl en de manier waarop alles
gepresenteerd wordt doet niet echt super Japans aan.
Helaas laat 'Muscle
heat' op het gebied van actie twee gezichten zien. Bij de opening lijk
de film niet echt veel goeds te gaan bieden. Een dikke kerel die een
bodybuilder te lijf gaat. Deze scène is bijzonder matig
gechoreografeerd. Ook deze zou zo in de jaren negentig gemaakt kunnen
zijn. Dit is natuurlijk geen goede opening en helaas blijven de
ringgevechten zo. Zelfs Hongkong acteur Ken Lo (ooit Jackie Chan's
bodyguard) weet hier niet te overtuigen. Deze man is natuurlijk al wat
op leeftijd hier. Maar van zijn eens zo geweldige benenwerk is hier maar
weinig terug te zien. Nu is alle hoop dus op Kan Kosugi gevestigd. En ja
hoor, in het eerste gevecht wat hij heeft knalt hij van het scherm.
Mooie snelle combo's, klemmen, goed voetenwerk en als hoogtepunt een
mooie spagaat trap. We kunnen dus met zekerheid zeggen dat papa hem goed
getraind heeft. Alleen op de een of andere manier valt dit gelijk weer
weg zodra hij die ring binnen stapt. Hier schijnt niemand echt
interessant te kunnen vechten. Het gaat er wel keihard aan toe maar of
dat nu zo boeiend is valt te bezien. Gelukkig worden we voor het
eindgevecht nog wel op iets beters getrakteerd. Kan Kosugi tegen
Masaya Kato met als wapen keuze twee enormestalen mokers. Het lijkt wel
alsof de choreografie in de ring en buiten de ring door totaal
verschillende mensen gedaan is. Want dit is wederom actie die je op het
puntje van je stoel krijgt.
Met een matig
verhaal hoef je van het acteerwerk ook niet echt veel te verwachten. Op
zich doen er genoeg goede acteurs mee. Alleen het is een mengelmoes van
talen dat een probleem vormt. Het Chinees en Japans wat er gesproken
wordt is niet het probleem. Het is de Engelse taal die wat emotieloos
overkomt. Natuurlijk is dit niet vreemd want voor bijna alle acteurs is
dit niet de moedertaal. Alleen Kane Kosugi is de taal goed meester.
Alleen hij heeft zijn gezicht zo in een verbitterde plooi dat het weinig
spannends te bieden heeft. Hierdoor zet hij een bijzonder emotieloos
personage neer. Vreemd genoeg is dit gewoon zijn standaard
gezichtsuitdrukking. Want op iedere publiciteitsfoto heeft hij deze
zelfde norse blik. Masaya Kato zet buiten zijn engelse spraak om het
interessantste personage neer. Vooral de scène waarin hij zijn broer
tijdens het avondmaal iets uitlegt over bloemen is meesterlijk gedaan.
Ook Sho Aikawa levert hier goed bewijs van zijn ervaring. Een solide rol
met een bijzondere afsluiter.
Helaas valt 'Muscle heat' dus wat tegen. Graag had ik Kane Kosugi
helemaal de hemel in geprezen. En op martial arts gebied durf ik dat ook
wel te doen. Alleen als acteur gaat het niet lukken. Daarvoor mag hij
toch best wat meer mimiek gaan tonen. Verder is de film ook niet echt
nieuws onder de zon. Hij heeft wel zijn momenten maar een sensatie is
het niet te noemen.
Copyright
kungfufilms.nl (2006) |