Wanneer er in Japan niemand meer is om
te verslaan besluit een groep ninja’s om hun horizon te verbreden. Ze
gaan naar China, maar stuiten op grote weerstand bij de Shaolin tempel.
Het wordt zelfs zo erg dat ze de strijd verliezen en dat hun leider
harakiri pleegt. Dit komt hard aan bij de broer van de overleden ninja
en onmiddellijk wordt het plan voor wraak in werking gezet. In de Shaolin
tempel is de hoofdmonnik niet echt blij met het behaalde resultaat. Een
monnik hoort een vredig leven te lijden en dit soort gevechten passen
niet in dit beeld van wat boeddha voor ogen had. Het resultaat hiervan
is dat hij besluit om de deuren van de tempel te sluiten en niemand meer
binnen te laten. Bijna gelijk met deze beslissing vertrekt Wong Chi Chow
(Alexander Lo Rei) een Japanse boeddhistische monnik naar China. Na het
ondergaan van een zware test, is hij degene geworden die in China de
Japanse tempel mag vertegenwoordigen. Het is de bedoeling dat hij zo
veel mogelijk leert en de kennis mee terug naar Japan neemt. Maar hij
komt voor een dichte deur te staan. Door de recente aanvallen van de ninja’s is er vanuit de tempel natuurlijk helemaal weinig vertrouwen
richting Wong Chi Chow. Als er dan ook nog een nachtelijk slachtpartij
plaats vindt in de tempel, wordt hij natuurlijk als de verdachte
aangewezen. Het kost moeite om zijn onschuld te bewijzen.
Uiteindelijk weet hij zijn collega Boeddhisten er van te overtuigen dat
hij aan de zelfde kant staat. En dit is precies op tijd want de broer
van de overleden ninja zet net de grote aanval in. Samen met de hulp van
een reizende monnik die uit de getto’s van Amerika komt binden ze de
strijd tegen het kwaad aan.
Er heerst nogal wat verwarring over
de lengte van deze film. Helaas weet ik hier ook niet het fijne van want
er zijn verschillende theorieën. De eerste is dat ‘Ninja the final duel’
oorspronkelijk acht uur lang was en bedoeld was al een televisie film.
Later is deze uitgebracht op video in een sterk gereduceerde versie van
negentig minuten. De tweede theorie heeft het over een film die uit drie
delen bestaat en allemaal de zelfde titel hadden. Dit zou het middelste
deel moeten zijn en de andere twee zijn met de jaren verloren gegaan.
Zoals bij meerdere films uit Azië zal deze onduidelijkheid wel nooit
opgelost worden. Aangezien er nooit echt goed bijgehouden werd wie wat
uit bracht en wat het precies was. Zoals je van regisseur Robert Tai wel
kan verwachten is ‘Ninja the final duel’ een hele aparte film geworden.
Alles is extreem experimenteel en de realiteit is ver te zoeken. Maar
juist hierdoor is de film zo vermakelijk. De opening van de film is een
introductie van de ninja’s in de zelfde stijl als ‘Ninja in the dragon’s
den’. Het gaat er alleen wat minder serieus aan toe. Eerst krijgen we
trainingen te zien die redelijk serieus lijken, maar als we bij de
speciale technieken komen gaat het loos. Het mooiste is wel de ‘Water spider assault unit’ waar de ninja’s op reuze spinnen over het water
peddelen. Ze schieten met spin en al de lucht om vervolgens meters
verder op terecht te komen. Vervolgens worden de ‘Iron tiger concquers
the forrest’ getoond. De ninja’s zetten een masker en vel gekleurde
pruik op. Vervolgens klimmen ze met de bekende ijzeren klauwen in bomen
om hun slachtoffer te verrassen. Ook erg opvallend is dat de ninja’s
kunnen verdwijnen en zich kunnen voortbewegen onder de grond als een
soort mol. Redelijk apart dus allemaal en meteen een reden om de film
niet al te serieus te nemen. Dit soort extremiteiten gaan nog wel even
door. Want hoe vaak kom je in het oude China een zwarte monnik tegen die
uit de getto’s van New York komt. En de kans dat je twee verwijfde
harikrisna’s tegen komt in die tijd lijkt me niet veel groter. Een ding
is zeker je gaat van de ene verassing in de andere en dit zorgt voor een
erg vermakelijk resultaat. De grootste verassing is toch wel het gevecht
van Alice Tseng. Tijdens het baden wordt ze verast door de ninja’s en
raakt verwikkeld in een bloederige strijd. Het aparte van deze scène is
dat ze compleet naakt is. Alles is volledig zichtbaar en het gevecht
neemt zeker een minuut of drie in beslag. Het is dus niet zo dat dit
even voorbij flitst. Om deze reden alleen zal ‘Ninja the final duel’ het
erg goed doen bij cult liefhebbers en de mannelijk kijker in het
algemeen. Zeker een film vol met aparte karakters en situaties dus, maar
hoe zit het met de gevechten. Alles is precies zoals je mag verwachten
van Robert Tai. Iets versneld en af en toe aangevuld met wat touwtjes
werk. De choreografie gaat van redelijk lange series naar snelle edits.
Opvallend is het regelmatige gebruik van een groothoek lens iets wat
voor redelijk apart beeld zorgt. Alexander Lo Rei heeft de gebruikelijke
stoere uitstraling en doet in het begin een kleine imitatie van Bruce
Lee. De gevechten zijn dus leuk om naar te kijken maar het realisme is
ver te zoeken. Wat locaties betreft iet het er allemaal goed uit. De
tempel wordt goed in beeld gebracht en alles speelt zich hoofdzakelijk
in het bos af. Een heel eerlijk oordeel zou zijn dat dit eigenlijk een
hele slechte film is. Maar door alle rariteiten en gekkigheid is het
allemaal extreem vermakelijk. Dit een film die zeker het kijken waard is
en daarna zeker nog enige tijd op een grappige manier door je hoofd
blijft spoken.
Copyright
kungfufilms.nl (2004) |