In het Thailand van vele eeuwen geleden
probeert de op macht beluste heer Rachasana (Sarunyu Wongkrachang) zijn
koning van de troon te stoten. Om dit voor elkaar te krijgen voert hij
een bloedige strijd waarbij vele slachtoffers vallen. Ook de trouwe
generaal Sidhadeco (Santisuk Promsiri) blijft hierbij niet gespaard.
Zijn zoon Tien (Tony Jaa) is getuige van de slachting. Hij kan niets
doen behalve toe kijken hoe zijn ouders op gruwelijk wijze gedood
worden. Helaas wordt hij opgemerkt en krijgt hij een compleet leger
achter zich aan. Een soldaat die trouw was aan zijn vader neemt hem op
sleeptouw en probeert hem te beschermen. Tien weet te ontsnappen maar
zijn redder moet het met de dood bekopen. Lang duurt zijn vrijheid niet
want al snel belandt hij in de handen van meedogenloze slavenhandelaars.
Hier wordt hij gedwongen tegen een beest te vechten wat in een smerige
waterpoel leeft. Ook hier is het geluk met hem. Een groep rechtvaardige
rovers zet de aanval in op de slavenhandelaren. Chernang (Sorapong
Chatree), hun leider ziet iets in Tien wat hem doet besluiten de jongen
een helpende hand te bieden. Hij geeft hem een wapen en laat hem zelf de
strijd met het beest uitvechten. Tien overleeft het en wordt wakker in
het kamp van de rovers. Hier biedt Chernang aan om bij hen te blijven en
zich te bekwamen in de martial arts. In eerste instantie heeft Tien hier
geen oren naar maar zijn mening verandert snel. Hij realiseert zich dat
dit de beste plek is om zijn wraak voor te bereiden. Van zijn vader
mocht hij niet leren vechten. Gelukkig leerde hij wel de Siamese
maskerdans Khon en dus is zijn lichaam wel getraind. In de jaren die
volgen stort hij zich vol overgave op zijn training. Hij werkt zo hard
dat hij een van de beste vechters wordt en iedereen in het kamp respect
voor hem krijgt. Vanaf dat moment is hij klaar voor de wraak op heer
Rachasana die nu het land regeert. Geen makkelijk opgave want hoe
benader je een koning om hem te vermoorden.
Met 'Ong bak' zette Tony Jaa zich in
2003 op de kaart. Iedereen had het over zijn keiharde en acrobatische
manier van vechten en de film werd een wereldwijd succes. In 2005 volgde
'Tom Yum Goong' en hiermee werd bewezen dat Tony Jaa het succes kon
evenaren. Daarna werd het lange tijd stil. Het verhaal ging dat er aan 'Ong
bak 2' gewerkt werd maar de productie niet geheel vlekkeloos liep. Het
filmen werd meerdere malen stil gelegd en Tony Jaa vroeg hulp bij zijn
mentor Panna Rittikrai. In eerste instantie zou hij de film namelijk
zelf regisseren maar dit viel hem bijzonder zwaar. Uiteindelijk is het
toch voor elkaar gekomen en 'Ong bak 2' werd een feit.
De titel 'Ong bak 2' is zuiver
gekozen vanwege het succes van deel één. De connectie met de eerste film
is er namelijk totaal niet. Dit deel staat dus in alle opzichten op
zichzelf. De periode waarin het zich afspeelt is anders, de sfeer is
veel duisterder en de manier van vechten niet te vergelijken. Een andere
titel had dus niet misstaan. Aan de andere kant is het een goede keuze
aangezien het beter is om jezelf te vernieuwen dan te herhalen. Niet
verandert is dat het om de actie draait en niet om het verhaal. Het is
een standaard wraaksage met weinig diepgang. De personages komen niet
verder dan het omhulsel. Het mag wel gezegd worden dat deze sterk
gekozen zijn. Hierbij is er geput uit vele historische figuren en
vechtstijlen. Stuk voor stuk zijn het allemaal strijders en dit zorgt
voor een bijzonder beeld. Helaas komen we niet veel over de achtergrond
van deze mensen te weten. Zelfs hoofdpersoon Tien wordt matig
toegelicht. We krijgen een klein stukje van zijn geschiedenis te zien.
Hierbij wordt alleen een verhaaltje verteld maar geen emotionele
betrokkenheid gecreëerd. Het wordt ook niet echt duidelijk hoe Tien zich
echt voelt over de dood van zijn ouders. Ook de strijd die gaande is
rondom het heerschap over het land wordt weinig toegelicht. Hierdoor
krijg je als kijker totaal geen gevoelens bij de man waarop Tien zich
wil wreken. Jammer want dit had de film een intensere emotionele lading
kunnen geven.
Visueel gezien hebben we hier met een
duistere maar mooie film te maken. Er wordt goed gewerkt met kleuren en
licht om een eigen sfeer neer te zetten. De kleding is tot in de puntjes
verzorgd en iedereen heeft zijn eigen stijl. Het zelfde geldt voor de
sets waarop gefilmd is. Hele dorpen zijn er verrezen uit de jungle en
allemaal zien ze er even indrukwekkend uit. Ook is er een grote
variëteit aan wapens te zien. Alle stukken zien er authentiek en echt
uit. Er is dus ook flink wat geld in de film gepompt om dit allemaal
voor elkaar te krijgen.
Voor de mensen die Tony Jaa
verwachten als de gebruikelijk frisse jongen wacht een verrassing. Tony
Jaa zijn haar is langer en de manier waarop hij neergezet wordt is alles
behalve fris. Zijn tanden zijn bruin van kleur en zijn haar vies en
ongewassen. Door dit uiterlijk wordt hij geen gebruikelijke held. Hij
wordt meer een antiheld omdat je je moeilijk met hem kan identificeren.
Toch verdient hij hiervoor een compliment aangezien er niet voor de
makkelijk en geijkte weg gekozen is.
Waar het allemaal om draait bij 'Ong
bak 2' is de actie. Ook hier is er gekozen iets anders te doen dan we
gewend zijn. Het realisme staat hoog in het vaandel. Hierdoor is de
acrobatiek naar de achtergrond gedreven. Een keuze waar velen
waarschijnlijk minder blij mee zullen zijn. Hiervoor in de plaats is er
gekozen voor meer wapengekletter. Zwaarden, stokken, speren messen en je
kan het zo gek niet bedenken, het komt aan bod. Als er even geen wapens
gebruikt worden komt er een traditionele Aziatische vechtstijl aan bod.
Natuurlijk is het Thai boksen hierbij aanwezig maar ook Kung fu en
andere echt oude stijlen zijn er uit te halen. De choreografie die
hiervoor gebruikt wordt zit zo strak in elkaar dat het voor velen te
snel zal gaan. Een tweede keer kijken is dus ook een vereiste om echt
het gevoel te krijgen en alles te zien. Pas dan zal voor velen de
intentie van Tony Jaa duidelijk worden. Wat hij hier namelijk heeft
trachten te doen is het sierlijke film vechten overboord te gooien en te
vervangen voor realisme wat staat als een huis. Dit is iets wat je niet
voor elkaar gaat krijgen met gewone acteurs maar alleen met echte
vechters kan bewerkstelligen. Je hebt namelijk mannen met lef nodig die
niet bang zijn om klappen te krijgen.
De grootste fout
die Tony Jaa maakte voor 'Ong bak 2' is de keuze van de titel. Hierdoor
schept hij een verwachting waaraan de film totaal niet kan voldoen. De
stijl is compleet anders en lijkt in de verste verte niet op 'Ong bak'.
Maar alles is bewust over een andere boeg gegooid met het doel echt
vechten te kunnen tonen. Hierin is de film bijzonder goed geslaagd. Voor
mensen die zich in de vechtsport verdiept hebben en op zoek zijn naar
echt werkende technieken is 'Ong bak 2' de film die je moet zien. Geen
onnodige poespas maar gewoon keiharde actie met functionele technieken.
De film is dus ook meerdere malen te kijken en je zou er bijna een
studie van kunnen maken. Qua actie is bijzonder veel te zien en dat het
verhaal wat rammelt is dus ook snel vergeten. Tenslotte kijk je een
porno ook niet voor de personages of het verhaal.
Copyright
kungfufilms.nl (2009) |