|
Het jaar is 1279 en de Mongoolse
troepen hebben China net in handen gekregen. Er vindt een wisseling in de
dynastieën plaats en dit roept natuurlijk op allerlei plaatsen op tot
verzet. Het grootste deel van het Chinese volk ziet lijdzaam toe hoe
alles wat eens van hen was overgenomen wordt. Maar er zijn ook groepen
die zich dapper verzetten en op alle mogelijke manieren proberen om hun
land terug te krijgen. Hun grootste missie is het reden van een van hun
leiders, Wen Ten Hsiang, die gevangen gehouden wordt in de Celestial gevangenis.
Het verzet bestaat uit leden van diverse clans, maar de meest opvallende
is wel Bai Yaerh (Shih Szu). Zij is een van de weinige vrouwen die zich zo
inzet voor haar vaderland. Op een van haar eenzame ontdekkingstochten
loopt ze Le Heru (Lo Lieh) tegen het lijf. Le Heru ziet haar aan voor een
hulpeloze dame en denkt haar te redden van een groep soldaten. Bai Yaerh
bedankt hem niet en verteld hem dat ze dat ook makkelijk zelf gekund
had. Vanaf dat moment is Le Heru, die eigenlijk nooit iets nuttigs doet, zo
onder de indruk van haar dat hij haar blijft volgen. Overal waar zij is
vind je hem ook en dit tot grote irritatie van Bai Yaerh. Om Wen Ten
Hsiang uit de
gevangenis te bevrijden vat het verzet het plan op om zelf gearresteerd
te worden. Op deze manier kunnen ze vanaf de binnenkant van de
gevangenis een aanval inzetten. Een andere groep zal dit vanaf de buitenkant doen en zo de Mongoolse troepen insluiten. Alleen de Mongolen zijn
ze net een stap voor en verwisselde Wen Ten Hsiang voor een van hun mannen. Ze lopen
dus hopeloos in de val en er vallen vele slachtoffers. Een van de
weinige die weet te ontsnappen is Bai Yaerh. Dit door de hulp van Le
Heru die haar
zelfs tot in de gevangenis wist te volgen. Na deze vreselijk tegenslag
probeert het verzet zich te hergroeperen om alsnog hun grote leider te
bevrijden.
Een Wu xia film zonder al te
extreme karakters. Iedereen gedraagt zich redelijk menselijk en de
enige bijzondere krachten die getoond worden zijn enorm verre sprongen.
Voor een film uit 1971 is dit bijzonder, want dit is een van de eerste
keren dat er zoveel gebruik van touwtjes gemaakt wordt. Het bevindt zich
duidelijk nog in een begin stadium, want de sprongen zien er nog niet zo
gestroomlijnd en verfijnt uit. Het verhaal zit goed in elkaar en heeft
redelijk uitgediepte karakters. De meest opvallende is wel die van Lo
Lieh. Een nietsnut, die weliswaar goed kan vechten, maar zich verder
nergens druk om maakt. Zijn enige interesse gaat uit naar vrouwen en
vandaar ook zijn extreme liefde voor hoofdrolspeler Shih Szu. Deze
relatie en de situatie die hier omheen gecreëerd wordt zorgt er voor dat
het verhaal net dat duwtje extra krijgt. Een ander opvallende rol wordt
gespeeld door Bolo Yeung. Een van zijn eerste rollen waar hij meerdere
scènes in had. Hij is dus ook van enig belang voor de ontwikkeling voor
het verhaal. De extreme spierbundel speelt een officier in het Mongoolse
leger en ziet er erg apart uit. Op een kleine vlecht op zijn achterhoofd
na, is hij kaal en hij draagt een grote gouden oorbel. Zoals altijd zijn
de gevechten die hij heeft leuk om naar te kijken. De brute kracht in
combinatie met de technieken die hij gebruikt zijn erg bijzonder. Verder
bestaan de gevechten hoofdzakelijk uit massa gevechten. Buiten de twee
eerder genoemde springt er niemand echt uit in de gevechten. Dit is
simpelweg omdat ze verdwijnen in het geheel. Toch zijn de gevechten niet
vervelend om naar te kijken, want het aparte camerawerk en de redelijke
variatie in de technieken zorgt hier wel voor. Zoals in iedere Wu Xia
film wordt er hoofdzakelijk met wapens gevochten. Shih Szu die de
hoofdrol speelt schittert niet echt overdreven. Haar rol is hier simpel
weg te klein voor en mag eigenlijk geen hoofdrol genoemd worden. De
hoofdrol is eigenlijk meer verdeeld onder Lo Lieh en Shih Szu. Het is
werkelijk verbazingwekkend hoe de Shaw studio’s het toch iedere keer
weer voor elkaar krijgt om te verrassen met die geweldige sets. Het
grappige hiervan is dat ze werkelijk meesters zijn in het hergebruiken
van locaties. Als je namelijk goed oplet zie je een groot aantal sets in
andere films weer terug. Alleen door kleine aanpassingen en andere
camera hoeken valt dit bijna niet op. In ‘The rescue’ is alles groots en
lekker ruim opgezet. Het enige is dat er misschien voor de variatie iets
minder in de gevangenis gefilmd had mogen worden. Natuurlijk heeft het
verhaal wat schoonheid foutjes. Sommige dingen gaan gewoon te makkelijk,
maar over het geheel genomen zit alles erg verrassend in elkaar. ‘The rescue’ is
een gemiddelde Shaw brothers film die door de aanwezigheid van Lo
Lieh en Bolo Yeung net even iets beter wordt. Helaas geen klassieker, maar
wel heel geschikt voor de zondagmiddag.
Copyright
kungfufilms.nl (2004) |