Tijdens een van hun transporten loopt Golden tiger beveiliging in en val. Op goed voorbereide wijze worden de leden één voor één vermoord. Uiteindelijk moet ook de leider er aan geloven. Na deze koelbloedige daad grijpen de vier daders de buit en verdwijnen het bos in. Dit verhaal trekt natuurlijk al snel door heel China heen. Verschillende clans krijgen de zenuwen en gaan opzoek naar wat extra beveiliging. Al snel komen ze bij Lei Xun (Derek Yi) aan. Hij staat bekend als een van de beste vechters. Het enige probleem is dat hij niet echt staat te trappelen om zijn hulp te verlenen. Zijn beste vriend is Qiao Yidou  (Jason Pai Piao). Deze neemt het leven niet zo serieus en probeert overal waar hij kan te gokken. Als hij dus ook gevraagd wordt door de Fang Changfeng  waar Lei Xun zich bevindt gaat hij voor geld snel overstag. Lei Xun voelt er niet zoveel voor maar laat zich uiteindelijk toch overhalen. Als ze bij het huis van de Fang Changfeng aankomen zijn ze alleen net te laat. Hij sterft voor hun voeten. De daders hebben alleen het gebouw nog niet verlaten en al snel raken ze in gevecht. Tijdens deze confrontatie ontdekken ze iets vreemds. De gemaskerde daders gebruiken technieken die alleen uit de Shaolin tempel kunnen komen. Dit lijkt natuurlijk niet logisch want monniken horen geen mensen te doden. Het mysterieuze viertal weet te ontkomen en laten hierbij een ingewikkeld raadsel achter. En het wordt alleen nog maar ingewikkelder als ze ontdekken waarmee de clanleider vermoord is. In zijn rug steekt het mes van Ye Qinghua (Lau Yuk Pok). Deze jongedame is erg goed bevriend met Lei Xun en Qia Yidou. Ze weten dus ook zeker dat zij het niet geweest kan zijn. De clans die bij het hele verhaal betrokken zijn geraakt denken hier echter heel anders over. Samen gaat het drietal op onderzoek uit en volgen het spoor naar de Shaolin tempel. Hier worden ze niet echt enthousiast onthaalt. De monniken willen alleen mee werken als Lei Xun en Qiao Yidou een aantal testten doorstaan. Natuurlijk zeggen ze hier geen nee tegen maar makkelijk zal het niet worden.

Misschien is Tong Gaai niet zo bekend als Liu Chia Liang. Toch was hij wel een hele belangrijke schakel in de ontwikkeling van choreografie in kung fu films. Jarenlang was het dit tweetal die samen de gevechten van diverse klassiekers in elkaar zetten. Tevens was hij regelmatig te zien als acteur en regisseerde hij drie films. Zijn eerste film was ‘Shoalin prince’ en in het zelfde jaar maakte hij ‘Shaolin intruders’. Beide films die erg veel vergelijking vertonen. Niet zo zeer qua verhaal maar meer in de stijl waarin alles gefilmd en neergezet is. Het spreekt natuurlijk voor zich dat de film propvol zit met de meest geweldige gevechten. Want als je een choreograaf de vrije hand geeft dan kan je er van uit gaan dat hij geen moment onbenut zal laten. Maar wat het meest verrassend is dat het verhaal ook nog eens als een huis staat. De dialogen zijn hilarisch en de personages spreken erg tot de verbeelding. Alles is dus dik in orde. Het enige jammere is eigenlijk dat de dader achter het complot net even te snel prijs gegeven wordt. Dit is helaas een euvel wat bijna in elke wu xia film terug te vinden is. Gelukkig maken de gevechten dit verlies meer dan goed. Er is gekozen voor een behoorlijk fantasie rijke stijl om alles weer te geven. Touwtjes en andere trucs zijn dus ook niet vreemd. Het gaat dus ook behoorlijk over de top. Doordat dit alles zo goed bij de sfeer van de film past maakt dit eigenlijk niet zo veel uit. We krijgen vooral erg veel gevechten te zien waarin een iemand het opneemt tegen een grote groep. Hiervoor zijn werkelijke geweldige formaties gecreëerd. Groepen Shaolin monniken met hellebaarden of stokken werken samen alsof ze een zijn. Petje af voor de manier waarop dit in elkaar gezet is. Het is dus ook niet vreemd dat er maar liefst zes man verantwoordelijk waren voor de choreografie. Maar het meest vermakelijk is toch wel het gevecht van de hoofdmonnik. Hij neemt het op tegen de twee hoofdrolspelers. Er worden in een cirkel een aantal houtenbankjes geplaatst en de gene die het eerst de grond raakt heeft verloren. Langzaam bouwt dit op tot een climax. En zelfs op het hoogtepunt wordt er nog even een schepje boven op gedaan. Als je dan ook nog eens bedenkt dat zowel Derek Yee als Jason Pai Piao niet de beste martial artist zijn. Het zijn meer acteurs en op zich kan ik deze keuze best begrijpen. Tong Gaai kan bijna iedereen er goed uit laten zien in een gevecht. Het maakt dus ook niet uit of je nu werkelijk goed kan vechten of niet. Maar op het acteer vlak wordt het wat lastiger. Door goede acteurs te nemen vult hij zijn eigen tekortkoming aan. Een erg slimme set. Hierdoor is de manier waarop de film vordert continue interessant. Derek Yee speelt een serieus personage en Jason Pai Piao vult hem aan door er een beetje tussen door te klieren. Andere bekende acteurs zijn Lee Hoi San, Ku Feng en meest opvallend Phillip Ko. Zijn carrière voor de Shaw brothers was kort maar niet minder spectaculair. Hij ziet er geweldig uit als een van de hoofdmonniken en laat een sterk staaltje kung fu zien. Een erg gevarieerd geheel dus en voor ieder wat wils. Gelukkig is de balans hierin goed gevonden en slaat het niet door naar een punt. Zoals altijd zijn de sets voortreffelijk. Natuurlijk is er praktisch niets buiten gefilmd. Alles speelt zich af in de studio’s, maar de sfeer is heerlijk. Er valt dus ook niets anders te zeggen dan dat ‘Shaolin intruders’ een film is die je gezien moet hebben. Hoog niveau choreografie in combinatie met een leuke verhaal en een flinke dosis humor.

Copyright kungfufilms.nl (2005)