De Ching dynastie heeft net plaats moeten
maken voor de vorming van de republiek. Het volk is dolblij maar
ex-Ching heerser Chin Su (Chan Sing) wil zijn macht terug. Hij krijgt
het voor elkaar dat de afgezette Ching leiders al hun macht aan hem
overdragen. Dit is nu natuurlijk niks waard maar als zijn plan tot
uitvoering gebracht zal zijn des te meer. Hij belegt een bijeenkomst
waarin hij alle ex-ching ministers dwingt hem te volgen. Dit alles wordt
vast gelegd in een document. Helaas blijft dit waardevolle document niet
lang in zijn bezit. Via een omweg en stom toeval belandt het in de handen
van politie chef Hou (Wong Tao). Deze schrikt enorm van hetgeen er in
het document staat en probeert actie te ondernemen. De vraag is alleen
wie kan hij vertouwen. Chin Su zet alles op alles om zijn document terug
te krijgen. Alleen hij is niet de enige die zich er mee gaat bemoeien.
Een van de Ching prinsen (Chang Yi) probeert zijn plan koste wat kost
te voorkomen. Via een handlanger van Chin Su weet hij twee jongens om te
kopen. Deze wezen leven samen met hun oudere zus en hebben erg veel
moeite te overleven. Rijkdom heeft een enorme aantrekkingskracht en ze
twijfelen dus ook niet om het Hou moeilijk te maken. Een handlanger van
de Ching prins vermoordt iedereen behalve Hou. Het
is nu de taak van de twee wezen om er voor te zorgen dat het dorp zich
tegen Hou keert. Alleen Hou blijkt slimmer dan verwacht en weet de
opstoot te sussen. Dit lost het probleem alleen nog niet op. Hou besluit
een val te zetten om de prins en zijn mysterieuze handlangers uit hun
tent te lokken. Tussen alle kung fu
films die er in de jaren gemaakt zijn is 'Shaolin iron claws' een nogal
vreemde eend in de bijt. Dit is niet omdat het verhaal van geen kant
klopt. Sterker nog dit is redelijk in orde. Het komt meer omdat de film
erg om drama en personages draait. Kung fu komt zelfs op een tweede
plaats. Toch zijn de gevechten van hoog niveau en erg agressief. Dit
zorgt voor het behoud van de typische kung fu film sfeer. In eerste
instantie lijkt het er op dat Chan Sing de rol van de grote boef voor
zijn rekening neemt. Hij is zo duivels als hij zijn kan en sterkt zijn
linkerhand door hem tussen de hete kolen te duwen. Dit heeft als
resultaat dat deze hand met gemak een mens kan doden met een enkele
slag. Opvallend genoeg gebruikt hij dit maar een keer in de gehele film.
Hij krijgt hier simpel weg de kans niet voor en verdwijnt na twee scènes
op mysterieuze wijze van het toneel. Waarschijnlijk was dit materiaal
bedoeld voor een andere film en nooit gebruikt. Wat ook kan is dat er
een meningsverschil is ontstaan tussen Chan Sing en de producers
waardoor hij zijn rol niet voortzetten. Helaas is dit niet bekend en
neemt Chang Yi de rol van schurk van hem over. Niets mis mee want beide
zitten op het zelfde niveau als het om het neerzetten van slechte kung
fu meesters gaat. Het vreemde is alleen dat Chan Sing niet sterft en er
wordt totaal geen reden opgegeven over waar hij gebleven is in het
verhaal. Chang Yi neemt het gewoon van hem over maar wordt niet
neergezet als de zelfde persoon. Dit brengt helaas wel de nodige
vraagtekens en plot gaten met zich mee. Dit klinkt nogal tegenstrijdig.
Want de film heeft ook zijn sterke punten juist weer in het verhaal
liggen. In de stad waar alles zich afspeelt leven natuurlijk
verschillende mensen. Hwa Ling gespeeld door Pu Siu Shang is er een van.
Zij woont samen met haar veel jongere broertjes. Ze weet zich redelijk
te redden in een gevecht en is stiekem verliefd op het personage van
Wong Tao. Dit is allemaal goed uitgewerkt en wordt op bijzondere wijze
gebruikt in het verhaal. Haar twee broers zorgen helaas wel voor wat
tenenkrommende momenten. Een is bijdehand en brutaal en de ander zeurt
alleen maar. De stemmen die hiervoor gebruikt zijn vallen in de
categorie vreselijk. Hoge, zeurderige en krakende piepstemmen die het
liefste enkele minuten door zagen. Verder zijn de stemmen prima in orde
behoren ze tot de betere van het gedubde kung fu genre. Dan is er
natuurlijk nog de politiechef Hou die door Wong Tao gestalte gegeven
wordt. Een oprechte man die het vreselijk moeilijk krijgt door alles en
iedereen om zich heen. Niemand is te vertrouwen en de uitkomst is dus
ook best schokkend. Wat gevechten betreft ligt het niveau aardig hoog.
Alles knalt werkelijk van het scherm af en is lekker agressief. Wong Tao
is erg krachtig en gebruikt zijn benen erg goed. Lee Yi Min die normaal
eigenlijk altijd jongens rollen speelt heeft een redelijk statige rol.
Dit zie je ook terug in de gevechten en dit past goed bij hem. Het is
leuk om hem eens op een andere manier te zien vechten. Natuurlijk blijft
het wel zijn bekende stijl, maar de uitvoering is iets serieuzer. Zoals
altijd gebruikt hij voor zijn moeilijke acrobatiek een stuntdubbel. Hetzelfde geldt voor Wong Tao. Het is alleen wel zo dat alleen de opletten
de kijker dit er uit zal halen. De montage hierin is namelijk erg goed
gedaan en je ziet het dus ook bijna niet. Omdat de nadruk toch iets meer
op het verhaal ligt zijn de gevechten wel wat aan de korte kant. Er
hadden ook best wat meer actiescènes in mogen zitten. Toch is er wel
respect op te brengen dat er voor kwaliteit is gekozen. Liever een paar
knallende mooie gevechten dan heel veel gemiddelde gevechten. Tussen het
verhaal en de gevechten door zijn er een tweetal trainingsscènes te
vinden. Dit zijn hoofdzakelijk vorm trainingen van Wong Tao en Li Yi
Min. Het mag gezegd worden dat Chang Yi in het enige gevecht dat hij
heeft de show steelt. Met zijn lange witte haar een duivelse uitstraling
schop en slaat hij er op los. Geweldige choreografie en prachtig
uitgevoerd. Al met al een beetje een tegenstrijdige toestand die
opvallend genoeg wel weet te vermaken. Copyright
kungfufilms.nl (2005) |