|
De Ming dynastie is net
gevallen en de Ching regeert met harde hand. Het volk wordt vreselijk
onderdrukt en als iemand zich verzet wordt hij met harde hand
neergeslagen. Dit heeft natuurlijk zijn weerslag op iedereen. Overal
ontstaan er groepen die zich verzetten tegen de Ching en zelfs in de
Shaolin tempel maken ze zich ongerust. Hierom besluit de hoogste abt
zich voor langere periode af te zonderen om eens goed na te denken.
Bijna tegelijkertijd melden er zich steeds meer jonge mannen aan de
poorten. Allemaal willen ze leren vechten om zo hun land weer terug te
kunnen geven aan het volk. Alleen het is niet gebruikelijk dat de tempel
buitenstaanders accepteert. Hun kung fu is eigenlijk alleen bedoeld voor
de monniken. Na vijf dagen komt de abt terug uit zijn afzondering. In
zijn overpeinzingen is hij tot de conclusie gekomen dat het niet lang
zal duren voordat ook de tempel een doelwit zal worden. Om er voor te
zorgen dat hun vechtkunst niet verloren zal gaan heeft hij besloten de
buitenstaanders te accepteren. De eersten die de poorten binnen stappen
zijn Fang Si Yu (Fu Sheng) en Hu Hei Gan (Chi Kuan Chun). Ze worden te
werk gesteld in de keuken. Hier mogen ze allerlei klusjes doen die niet
direct iets met kung fu te maken lijken te hebben. Langzaam maar zeker
verzamelen er zich steeds meer mannen voor de poorten. Maar niemand
doorstaat de eerste beproeving van geduld. Wel zijn er een groep
rebellen die de abt persoonlijk kent, die binnen gelaten worden. Ze
staan onder leiding van Cai De Zhong (Ti Lung) en Hu De Di (David Chiang).
Niet veel later is er een grote groep die de beproeving weet te
doorstaan. Ook zij worden binnen gelaten en onderworpen aan allerlei
zware trainingen. Het lijkt er op dat de tempel hiermee een aardige
groep mannen binnen gehaald heeft voor de verdediging. Alleen wat
niemand door heeft is dat er een verrader in hun midden is. Een van de
monniken heult namelijk samen met de Ching en speelt allerlei informatie
door naar buiten.
De
vernietiging van Shaolin, de bakermat van het kung fu, is de basis voor
deze epos met een absolute sterren cast. Regisseur Chang Cheh trommelde
al zijn gevestigde acteurs op en voegde hier een grote groep minder
bekende acteurs aan toe. Onder de gevestigde acteurs vallen natuurlijk
Ti Lung, David Chiang, Chi Kuan Chung, Fu Sheng, Yuen Hua en nog vele
anderen in kleine rollen. Het is echt bijzonder hoeveel bekende acteur
er in deze film te zien zijn. De minder bekende acteurs beperken zich
hoofdzakelijk tot een groep die later bekend zou worden als 'The venoms'.
Hun echte roem zou nog wel twee jaar gaan duren maar voor Kwok Choy was
dit een mooie opstap. Hij heeft van deze groep namelijk samen met Chiang
Sheng de grootste rol. Als we naar het verhaal gaan kijken van deze epos
komen we al snel tot de conclusie dat dit er eigenlijk bijna niet is.
Het is meer een samenvatting van allerlei gebeurtenissen in de tempel.
Uiteindelijk zal dit samenkomen in een groot gevecht. Maar als we gaan
kijken naar de manier waarop dit alles opbouwt is het echt super te
noemen. Vanaf het begin zit er een geweldige sfeer in de film. Alles
ademt mystiek en schreeuwt kung fu. Er wordt hier precies het beeld
neergezet wat je verwacht van de Shaolin tempel. Leerlingen die dagen
geknield zitten voor de poorten om binnen gelaten te worden. De Shaolin
dodengang en trainingen die niets met kung fu te maken lijken te hebben.
Vooral het laatste neemt een groot deel van de film in beslag. Zo mag Fu
Sheng er dag na dag voor zorgen dat de vuren blijven branden in de
keuken. Lee Yi Min krijgt de schone taak om met een lange stok in de
pannen te roeren en Tong Yim Chaan krijgt de zorg over de boeken in de
bibliotheek. Gelukkig is de opdracht die Kwok Choy krijgt iets
begrijpelijker. Doe deze gewichten om je benen en neem plaats in deze
kuil. Spring nu net zolang tot je niet meer kan en plaats dan nog meer
gewichten om je benen. Uiteindelijk zal blijken dat iedereen al die tijd
klaar gestoomd wordt tot kung fu meester. Een nadeel van de grote
hoeveelheid acteurs is wel dat niemand echt een hoofdrol heeft. Net als
je denkt met iemand te sympathiseren verdwijnt hij weer voor lange
periode uitbeeld. Ook de persoonlijke wraak waar Chi Kuan Chun en Fu
Sheng voor trainen wordt totaal niet behandeld. Ze breken uit en daarna
houdt het op. Nu is het wel zo dat de gebeurtenissen in eerdere films
van Chang Cheh ('men from the monastery' en 'Heroes two') behandeld
zijn. Maar toch wordt hierdoor het gevoel gecreëerd dat er iets mist. We
kunnen ook het beste zeggen dat het de tempel is die hier de hoofdrol
speelt. Het draait meer om de grote gebeurtenis dan om wat de individuen
mee maken. Voor de choreografie koos Chang Cheh voor deze film eens niet
voor Liu Chia Liang en Tong Gaai. Hij werkte nu al een tijdje samen met
Hsieh Hsing en Chan San Yat. Hierdoor zijn de gevechten toch wel iets
anders te noemen. Deze twee heren hebben waarschijnlijk een achtergrond
in de Peking opera. Dit zie je terug omdat in een boel gevechten de
bewegingen een stuk vloeiender zijn. Zoals je mag verwachten komt verder
de Hung stijl uitgebreid aan bod. Tijger en kraanvogel worden veruit het
meest gebruikt door Fu Sheng en Chi Kuan Chun. Maar Ti Lung weet het
meest te verrassen met de Wing Chun stijl. Deze stijl werd eigenlijk nog
niet zoveel gebruikt in films maar had niet veel later zijn grote
doorbraak. Wat locaties betreft is de film natuurlijk dik in orde. Alles
heeft praktisch plaats in en om de tempel. Dit ziet er allemaal even
verzorgd uit en hetzelfde geldt voor de kleding. Ondanks het ontbreken
van een goed verhaal is 'Shaolin tempel' absoluut een klassieker. Dit is
een van de films die iedere martial arts liefhebber in de kast moet
hebben staan. En ik zeg martial arts omdat deze film niet alleen waarde
heeft voor kung fu film liefhebbers. Vechtsport beoefenaars zullen
namelijk een interessante impuls krijgen van de aparte trainingsscènes.
Copyright
kungfufilms.nl (2006) |