|
Tijdens een gevecht met Wai To (Eddie Ko)
raakt politie agent Chin Ta Kan (Leung Kar Yan) ernstig gewond. Hij heeft zowel
interne als externe bloedingen, maar weet op het nippertje weg te komen.
Om wat te bekomen van zijn verwondingen verstopt hij zich in een nabij
gelegen hotel. Het duurt alleen niet lang voordat de gangsters hem op
gespoord hebben. Even weet Chin Ta Kan de mannen op een afstand te houden, maar al
snel blijkt dat zijn verwondingen gewoon te ernstig zijn. Als er even
een stilte in het gevecht valt krijgt hij hulp uit onverwachte hoek. Een
klein bijdehand kereltje (Wong Yi Lung) vindt dat het allemaal niet
eerlijk is om met zoveel tegen een verwondde man te vechten. Vreemd
genoeg weet het ventje er voor te zorgen dat ze samen kunnen ontsnappen
en hij neemt Chin Ta Kan mee naar zijn huis. Als ze binnen zijn verteld het
mannetje dat hij al jaren wees is en dat als Chin Ta Kan het wil hij wel in zijn
huis kan blijven. Chin Ta Kan stemt hier mee in, want op deze manier is hij
moeilijker te vinden en kan hij rustig de tijd nemen om zijn wond te
laten genezen. Dit duurt alleen niet zo lang als ze gehoopt hadden.
Tijdens een bezoekje aan de stad komt het ventje de gangsters tegen.
Door zijn slimme trucjes weet hij ze af te schudden, tenminste, dat
denkt hij. Stiekem volgen de gangsters hem naar zijn huis en wederom
volgt er een confrontatie. Weer weten ze te ontsnappen, maar hebben nu
niet echt meer een plek om te slapen. Ze nemen hun intrek in een oude
tempel waar ze een oude man tegen het lijf lopen. De man stelt zich voor
als Old fox (Simon Yuen) en het klikt meteen. Old fox neemt ze mee naar
huis en biedt aan ze kung fu lessen te geven. Chin Ta Kan stemt hier meteen mee in
maar de kleine wees voelt hier maar weinig voor. Hij heeft geen zin om
ondergeschikt te zijn aan een oude man, maar blijft wel lekker rond
hangen. Maar als hij wederom in de problemen raakt smeekt hij de oude
man om hem toch maar les te geven. Samen met Chin Ta Kan krijgt hij les in de mantis fist en de zeldzame technieken van de sleeping fist. En dat is
maar goed ook want Wai To is nog steeds druk op zoek naar het tweetal.
Een van de vele films waar de invloeden
van 'Drunken master' duidelijk in terug te vinden is. Het feit dat Simon
Yuen een belangrijke rol speelt versterkt dit alleen nog maar meer en
maakt het gebrek aan originaliteit enigszins goed. Zoals regelmatig
voorkomt bij individueel geproduceerde films is het verhaal niet echt
bijzonder. Het is duidelijk bedacht tijdens het filmen en zijn dus een
heleboel melige scènes met als rode draad een strijd tussen een politie
man en een bende. Gelukkig blijven de grappen binnen het toelaatbare en
vervallen we niet in extreme slapstick situaties. De grappen zijn
subtiel en werken goed. Natuurlijk wordt er ook veel gevochten en zoals
verwacht is Leung Kar Yan werkelijk voortreffelijk. Zoals altijd is hij
niet te stoppen en perfect in de uitvoering van zijn bewegingen. Vooral
in het eindgevecht gaat hij op zijn bekende gecontroleerde wijze
compleet door het lint. Het enige jammeren is dat de sleeping fist niet
echt bijzonder is en zich eigenlijk een beetje beperkt tot wat gapen. Op
sommige punten doet het een beetje denken aan de drunken fist en
helemaal als we bij de vrouwelijk variant aankomen. Verder gebruikt hij
in de film een combinatie tussen Wing chung en mantis fist iets wat
perfect bij hem past. Wat de film zeker een extra dimensie geeft is de
aanwezigheid van Wong Yi Lung. De engelse stem die ze dit mannetje
gegeven hebben ligt aardig tegen de irritatie grens aan. Zijn acteerwerk is ook niet echt om enthousiast over te worden. Maar de
acrobatische toeren die hij uithaalt zijn bij het bizarre af. Voor een
ventje van zijn leeftijd is hij bijzonder krachtig en zijn flexibiliteit
is zoals je die alleen maar in het Chinese Staat Circus tegen komt. Als
een stuiterbal vliegt hij over het scherm en weet op overtuigende wijze
(voor zover mogelijk in een kung fu film) zijn volwassen tegenstanders
te dollen. In het begin laat hij nog even zien dat hij ook erg goed met
een hoge een-wieler overweg kan. Dit gebeurt in een achtervolgingsscène
zoals bijna iedere kung fu film er wel een heeft. Maar ondanks de vele
clichés is het toch een film om lekker van te genieten. De aanwezigheid
van Simon Yuen draagt hier natuurlijk behoorlijk zijn steentje aan bij.
Het is altijd weer leuk om hem in een film te zien en uit te zoeken hoe
ze met een stuntdubbel de meest gekken dingen laten doen. Soms is dit
wel erg doorzichtig, maar dit heeft ook wel weer zijn charmes. Als
hoofdschurk heeft Eddie Ko niet echt veel te doen gehad. Hij heeft maar
twee gevechten waarvan een een vijftien minuten durend eindgevecht.
Ondanks dat hij er voortreffelijk uit ziet valt hij een beetje in het
niet bij Leung Kar Yan die gewoon wat meer uitstraling heeft. De titel
alleen al is natuurlijk voldoende om de nieuwsgierigheid te wekken en
ondanks dat het de zoveelste uit dezelfde doos is weet ik zeker dat de
liefhebber hier niet fout mee kan gaan, top vermaak dus.
Copyright
kungfufilms.nl (2004) |