|
Voor geld doet Takuma
Tsurugi (Sonny Chiba) alles. In zijn laatste klus hielp hij een ter dood
veroordeelde karate vechter uit de gevangenis ontsnappen. De opdracht
hiervoor kwam van diens broer en zus. Al snel blijkt dat het tweetal de
afgesproken prijs voor de klus niet kunnen betalen en er volgt een
gevecht. De broer vindt de dood en Takuma Tsurugi verkoopt het meisje aan
de maffia. Bijna tegelijkertijd met deze gebeurtenissen komt er een
groot oliemagnaat te overlijden. De enige erfgenaam die hij heeft is
zijn jonge dochter Sarai (Yutaka Nakajima). Zij is dus ook degene die
het gehele fortuin van haar vader zal erven. Dit nieuws valt natuurlijk
erg goed bij de onderwereld. Takuma Tsurugi wordt dus ook door de maffia
gevraagd of hij het meisje wil ontvoeren. Hij stemt hiermee in maar over
de prijs kunnen ze het niet eens worden. Takuma Tsurugi loopt uit het
gesprek weg en verwacht dat hier nog wel een vervolg op zal komen. Niet
veel later krijgt hij thuis bezoek van een groep gangster. Genadeloos
weet hij ze af te straffen en dit doet hem te besluiten zijn diensten
maar eens aan de andere kant aan te bieden. Met veel geweld dringt hij
de karate school van de oom van het meisje binnen. Dit doet hij alleen
niet op een vriendelijk manier maar uiteindelijk snapt haar oom dat hij
toch de man voor de klus is. Sarai is alleen niet zo gecharmeerd van hem
en regelt twee vrienden om haar te beschermen. Het duurt dus ook niet
lang voordat ze in handen van de maffia valt. Takuma Tsurugi ziet nog
steeds geld in de situatie en probeert haar te redden. Voor de maffia
komt dit allemaal wel erg goed uit. Ten eerste hebben ze nu het meisje
in handen en lokken ze hiermee ook nog eens Takuma Tsurugi naar zich
toe. En omdat ze weten dat het niet makkelijk zal worden om hem te
verslaan huurde ze diverse vechters in. Hieronder bevindt zich ook nog
eens de gevangene die hij eerder hielp ontsnappen. Het wordt dus geen
makkelijke strijd voor Takuma Tsurugi.
Eigenlijk is het allemaal een beetje vreemd. Normaal gesproken gaat een
film over een vriendelijke held of in ieder geval iemand die sympathie
opwekt. Het personage van Sonny Chiba is niets van dit. Hij is
ongemanierd, bijzonder grof en zijn manier van vechten is niet echt
eerlijk te noemen. Gelukkig past dit allemaal wel goed bij de sfeer van
de film. Want deze is bijna net zo grimmig en duister als de
hoofdpersoon. Eigenlijk gaat het dus ook over het ene kwaad tegen het
andere kwaad waar de hoofdpersoon uiteindelijk toch het juiste ding
doet. Voor diegene die bekend is met de trailer mag het duidelijk zijn
dat er erg ingespeeld wordt op de hype rond Bruce Lee. Het gaat hier
absoluut niet om een Bruceploitatie film maar er zijn wel een boel
opvallende gelijkenissen te vinden. Dit zit hem hoofdzakelijk in zijn
gezichtsuitdrukkingen. Het is geen directe imitatie maar Sonny Chiba
brengt het net even een stapje verder. Zijn manier van vechten is ook
niet echt te vergelijken met die van Bruce Lee. Het enige wat hij wel
heeft is dezelfde directheid maar verder ontbreekt de souplesse en
snelheid. De kracht van de gevechten in ‘The streetfighter’ zit hem in
de keiharde manier waarop ze gepresenteerd worden. Sonny Chiba lijkt een
wild beest wat bijzonder gericht zijn prooi bespringt. Ledenmaten worden
gebroken, ogen uitgestoken, schedels ingeslagen en er is zelfs een
verkrachter die handmatig gecastreerd wordt. Dit alles gaat gepaard met
een grote hoeveelheid nepbloed. Wat geweld betreft is het dus een
typische Japanse film. Buiten het personage wat Sonny Chiba neerzet
zitten er nog meer bizarre karakters in. De meeste zijn welliswaar
losjes gebaseerd op personage uit andere film maar dat maakt ze niet
minder interessant. Er zit een blinde zwaard vechter in, een
doorgeslagen moordenaar die met messen gooit en de maffia baas lijkt wel
heel erg op Han uit ‘Enter de dragon’. Helaas hebben deze allemaal een
niet al te grote rol in de film. Naar mijn idee een gemiste kans en dit
is niet het enige waar de film in de uitvoering wat mist. Delen van het
verhaal berusten erg op toevalligheden en gaan redelijk over de top. Want
met auto en al van de brug gegooid worden en vervolgens uitstappen om
gewoon verder te vechten is geen dagelijkse kost voor de meest van ons.
Wat deze scčne wel duidelijk maakt is dat de hoofdrolspeler een taaie
is, een echte ‘die hard’. En dit is feitelijk ook de kracht waarop hij
zijn gevechten wint. Grofweg gewoon door knokken op het moment dat een
ander al lang op gegeven heeft. Grotendeels speelt de film zich af in
Japan maar heel even reizen we af naar Hongkong. De gebruikte locaties
zijn gewoon alledaagse plekken in en rond om de stad, alleen het eind
gevecht vind plaats op een groot zeeschip. Heb je dus even behoefte aan
wat anders dat het sierlijke van kung fu is ‘The streetfighter’ zeker
een aanrader. Want van begint tot het eind is alles keihard, duister,
direct en zonder omweg, absoluut een klassieker en zeker de moeite
waard. Copyright
kungfufilms.nl (2005) |