|
Een moeilijk te bereiken eiland ergens
langs de kust van China. Dit eiland is niet zomaar een eiland want het
wordt al jaren bewoond door een grote groep kannibalen. Deze menseneters
wonen in een gewoon dorp en sturen er elke dag een groep gemaskerde
jagers op uit. Het is dus ook zo dat geen een bezoeker ooit terug keerde
om te vertellen wat er op het eiland aan de hand is. Agent 999 (Norman
Chu) volgt al tijden het spoor van de beruchte dief Rolex (Melvin Wong).
Het spoor leidt hem naar het kannibalen eiland. Daar aangekomen, vonden
ze het een beetje vreemd
dat hun schipper niet eens de moeite nam om hun rustig uit te laten
stappen. Samen met de andere reiziger (Hom Gwok Choi) stapt hij aan wal
en besteed er verder geen aandacht aan. Als hij niet veel later aan een
val van een gemaskerde man weet te ontsnappen vindt hij dit nog niet
vreemd. Het idee dat Rolex hem al wel verwachtte had hij toch al wel en
dit was vast een van zijn mannen. Eenmaal in het dorp zoekt agent 999
contact met de locale politiechef (Eddie Ko). De politiechef laat niets
merken en doet net alsof zijn bezoeker van harte welkom is. Hij zegt hem
dat hij denkt te weten waar Rolex zich ophoudt en stuurt hem direct naar
het slachthuis. Hier wachten de bloeddorstige gemaskerde jagers de niet
vermoedende agent op. Ternauwernood weet hij te ontsnappen maar loopt
een flinke wond op. Maar zijn geluk is nog niet op. Half dood wordt hij
gevonden door Ah Lin (Lee Din Long), het vriendinnetje van de
politiechef. Deze dame heeft een zwak voor stoere mannen en laat agent
999 hierom in leven. Ze verpleegt hem tot hij weer op eigen benen kan
staan. Nog steeds heeft agent 999 niet door wat er werkelijk op het
eiland aan de hand is. Maar het zal niet langmeer duren voor dat het
vreselijke geheim hem duidelijk wordt. Er zit niet anders op dan te
proberen te ontsnappen, maar dit is makkelijker gezegd dan gedaan.
Het is weer eens wat ander dan alleen kung fu / komedie.
In 'We're going to eat you' wordt hier ook nog eens horror of liever
gezegd het slasher genre doorheen gegooid. Echt angstaanjagend wordt het
niet, want zoals in veel Hongkong films, wordt het gene wat het juist
spannend maakt vrij snel weggegeven. Maar bloederig is het zeker en er
worden regelmatig ledenmaten afgehakt of doorgezaagd. Hierbij vloedt het
iets te dunne bloed rijkelijk, maar verder ziet het er verbazingwekkend
realistisch uit. De film komt dus ook zeker niet goedkoop over en dit
doet Tsui Hark eer aan. Het mooie camerawerk zorgt hier voor een
groot deel voor. De gebruikte locaties worden namelijk tot het uiterste
benut. Want ondanks dat de film niet op een overdreven groot oppervlak
opgenomen moet zijn, merk je hier maar weinig van. Ieder hoekje en plekje
wordt werkelijk optimaal benut. De omgeving is lekker somber en grauw
precies zoals het moet zijn. Maar de karakters zijn precies het
tegenovergestelde, opvallend en extreem. De bevolking van het dorp is
namelijk in tweeën gedeeld. Aan de ene kant heb je de niet echt
intelligente kannibalistische bewoners van het dorp. En aan de andere
kant de jager, moordenaars zonder geweten, die zonder moeite zelfs hun
collega's vermoorden. Eddie Ko zet werkelijk een meesterlijk schurk
neer. Zijn uiterlijk is zoals altijd een tikkeltje angst aanjagend en
lekker nors. Norman Chu is precies het tegenovergestelde, een goedige
politie agent. Eigenlijk komt niemand echt intelligent over en een
karakter die de kijker als held kan bestempelen is er niet echt.
Persoonlijk vind ik dat Tsui Hark hier een steekje heeft laten vallen.
De manier waarop de personages ontwikkelen in de film is gewoon te kort.
Ik mis de reden waarom de mensen op het eiland zijn zoals ze zijn.
Kortom er is geen goed uitgediepte achtergrond voor de meeste. Hierdoor
krijgt de film iets van een klucht met net iets te veel achtervolgingen.
Laat je hier alleen niet door afschrikken, want de film bruist op een
boel punten van originaliteit. De gevechten zijn verrassend en
choreograaf Gorey Yuen zet zijn best beentje voor. Normaal is Norman Chu
niet zo een extreem goede martial artist, maar hier zie je daar helemaal
niet van. Zijn eerste gevecht is terwijl hij hangt aan handen en voeten.
Ondanks dit weet hij zijn tegenstander op overtuigende wijze te
verslaan. Daarna weet hij tijdens een gevecht even een shagje te draaien
met een hand op iemands voorhoofd. Niet veel later vecht hij in een
smalle gang tegen meerder aanvallers. Normaal staan er tijdens zo'n
gevecht meerdere mensen wat sloom langs de zijkant. Doordat ze niet langs
elkaar kunnen om aan te vallen krijg je een heel mooie gevecht te zien.
Mijn complimenten aan Corey Yuen voor deze scène want dit is werkelijk
een briljante en dynamische oplossing. Tsui Hark krijgt het dus voor
elkaar om meerdere genres succesvol samen te smelten. Het resultaat is
bijzonder vermakelijk en ik denk dat deze film het bijzonder goed zal
doen onder de cult liefhebbers. Het is alleen jammer dat een film als
dit nog steeds geen Nederlandse release heeft.
Copyright
kungfufilms.nl (2004) |