|
Als Yan Qing (David Chiang) het lukt
om de keizer op neutraal terrein te ontmoeten, probeert hij gratie te
krijgen voor hem en de andere ‘108 heroes van Liang Shan’. De keizer is
bekend met deze groep rebellen. Zij strijden voor de rechten van het
volk. Voor de keizer zijn ze geen bedreiging. Om deze gratie te
verkrijgen moeten ze alleen wel wat doen. Sedert jaren woedt er een
strijd tussen de keizer en Fang La. Deze laatste onderdrukt en perst het
volk af. Ze moeten Fang La een halt toeroepen of gevangen nemen. De
leiding van de ‘108 helden van Liang Shan’ stemt hiermee in en ze
trekken ten strijde. Ze behalen de ene na de andere overwinning. Pas bij
het laatste gevecht stuiten ze op een tegenslag bij de stad Hang Chow.
De, deels aan het water gelegen, stad is omringt door hoge muren en door
zijn strenge bewaking bijna niet te benaderen. Na diverse mislukte
pogingen wordt het plan gevat om van binnen uit op onderzoek te gaan.
Zes mannen en een vrouwelijke vechter worden uitgekozen voor deze missie
om een weg vrij te maken voor de rest van het leger. Maar eenmaal binnen
gaat het niet zo soepel als gehoopt en lopen ze tegen de nodige
problemen aan alvorens de echte aanval ingezet kan worden.
Een bijzonder groots
opgezette productie, met bijna alleen maar topacteurs. De hoofdrol is
weggelegd voor David Chiang, maar eigenlijk is er niet echt over een
hoofdrol te spreken. Het gaat hoofdzakelijk om de zeven helden die
vanuit de stad informatie proberen te verzamelen. Na een introductie van
ongeveer veertig minuten barsten de gevechten los en deze stoppen pas
weer aan het einde van de film. Veel actie dus, maar door veel
afwisseling in de omgeving blijft het leuk om naar te kijken. De lange
onafgebroken shots, met veel rijdendcamera werk, zien er goed verzorgd
uit. Dit geeft de gevechten meerwaarde. Ook laat dit zien dat er veel
tijd en energie stoken is in de voorbereiding van de choreografie. De
gevechten zijn wat houterig en vrijwel zonder acrobatiek. Dit is
natuurlijk minder mooi om naar te kijken, maar wel een stuk
realistischer dan wat er tegenwoordig gemaakt wordt. Hoofdzakelijk wordt
er gebruik gemaakt van wapens, met af en toe een vuistgevecht en wat
worstel bewegingen. Veel speren en zwaarden, maar het meest opvallend
zijn de bijlen waar Fang Mei Sheng mee vecht. Alle personages hebben een
goed uitgewerkt karakter en hun eigen specialiteit. Het is alleen wel zo
dat door de vele acteurs sommige wat in het gedrang komen en je er snel
overheen kijkt. Omdat dit een vervolg is op ‘The watermargin’ wordt er
een aantal keren teruggeblikt op eerdere gebeurtenissen. Dit levert geen
problemen op voor degene die het eerste deel niet gezien hebben. Maar
voegt wel wat toe aan de diepte van het verhaal. Bijna alles is buiten
opgenomen en er speelt zich opvallend veel in en op het water af. Veel
mooie duin en bosrijke omgevingen, aangevuld door een prachtig ommuurde
stad. Deze burcht is tot in detail uitgewerkt. Maar dat zijn we
natuurlijk wel gewend van de Shaw brothers. Wat we ook gewend zijn van
de Shaw brothers is het overmatig vloeien en rond spatten van bloed. Ook
in deze film ontbreekt dat niet. Het geluid is niet echt geweldig.
Waarschijnlijk door een beschadiging van de originele geluidsband, zijn
sommige stukken opnieuw in gesproken. Niet echt iets om enthousiast over
te zijn. Door volumeverschil kun je duidelijk horen waar dat gebeurd is.
Jammer, maar niet zo storend dat het de film verpest. Helaas zullen de
fans van Ti Lung teleurgesteld worden aangezien hij nog geen tien
minuten in beeld is. ‘All men are brothers’ is zowel wat grootte
betreft, als visueel, een geweldig avontuur met zelfopoffering hoog in
het vaandel.
Copyright kungfufilms.nl
(2003) |