Amerika, het land van de onbegrensde mogelijkheden. Met deze gedachte
verliet Tak (Yuen Wah) zijn vaderland China. Hij starten een redelijk
succesvolle Chinese geneeswinkel en nam zelf een Amerikaanse leerling
aan. Johnny (Jerry Timble) leerde hard bij hem maar verdween opeens van
de een op de andere dag. Een lange periode later is Johnny plots terug.
Dit is alleen niet om even gezellig bij te praten met zijn oude leraar.
Hij daagt hem uit voor een gevecht en begint zonder pardon op hem in te
beuken. Door zijn leeftijd is Tak niet meer in staat zich goed te
verweren tegen dit jeugdig geweld. Zijn winkel wordt vernield en hij
loopt allerlei inwendige verwondingen op. Gelukkig wordt hij net op tijd
gered door Anna (Anna Ricket), een meisje wat toevallig in de buurt was.
Ze neemt hem mee naar huis en geeft hem rustig de tijd om te genezen. In
deze periode komt Jet (Jet Li) naar Amerika om zijn meester te bezoeken.
Maar als hij na veel pijn en moeite bij zijn winkel komt is deze dicht
getimmerd. Na een aantal dagen zoeken heeft hij nog geen succes. Jet
besluit om maar in de winkel op de terugkeer van zijn meester te
wachten. Alleen deze voelt er weinig voor om terug te keren. Zijn
vertrouwen is geschaad door Johnny en hij is bang dat deze weer terug
zal komen. Voorlopig verstopt hij zich dus gewoon nog even bij Anna
thuis. Dit helpt de situatie niet echt en Jet doolt verloren rond in een
vreemd land. Hij beheerst de taal niet en belandt in de ene vechtpartij
na de andere. Er zijn zelfs drie Latino’s die hem als leraar willen en
hem overal volgen. Volgens Jet is iedereen in Amerika gek en hij snapt
er niets van. Het is de trouw aan zijn leraar die hem er nog houdt. Hij
wil kosten wat kost zijn mysterieuze verdwijning oplossen. Maar met al
die gekken en Johnny in de buurt zal dit niet makkelijk worden.
Voor het maken van deze film vertrok Tsui Hark met een team van
stuntmannen en acteurs naar Amerika. Om kosten te besparen werd het
verdere personeel samen gesteld uit Amerikaanse mensen. Dit zal
natuurlijk voor de nodige communicatie problemen gezorgd hebben op de
set. Hier merk je vrij weinig van want de film heeft wel dat typische
Hongkong sfeertje. Zelfs de niet Chinese stuntmannen en vechters komen
goed uit de verf. De actie scènes zijn explosief, keihard en agressief.
Gevechten worden afgewisseld door achtervolgingen met duizelingwekkende
stunts en zelfs schietpartijen worden niet geschuwd. Dit mengt allemaal
erg goed tussen het martial arts geweld. Wat Tsui Hark eigenlijk gewoon
gedaan heeft is een klassieke kung fu film vertalen naar moderne tijden.
Het resultaat mag er best wezen. Alleen het op Hongkong manier
neerzetten van Amerikaanse personages komt wat knullig overkomt. Ze
vertonen allemaal een opvallende vergelijking met de mensen uit ‘Karate
kid’ of ‘Karate tiger’. Dit geeft ook meteen het tiener niveau van de
film aan. Het gedrag wat de Amerikanen vertonen is redelijk overdreven
te noemen. Clichés worden niet geschuwd. Zodra we een politiebureau van
binnen betreden zit werkelijk iedere agent aan de vette hap. Het enige
wat er op dat moment nog aan ontbreekt is een louche agent in een
schreeuwerig shirt. En ja hoor, nog voordat we het bureau uit zijn meldt
de agent zich. Het scheelt natuurlijk ook dat de film al meer dan tien
jaar oud is. De tijden en het niveau zijn gewoon veranderd en dit is
duidelijk te merken. Maar het draait hier natuurlijk om de actie en deze
is prima in orde. Jet Li maakt leuke combinaties en is supersnel in zijn
bewegingen. Natuurlijk is het ook erg leuk om hem weer eens te zien in
zijn jonge jaren. De film werd namelijk gemaakt in 1989. Om financiële
redenen is hij toen niet uitgebracht. Pas na het succes van ‘Swordsman
2’ werd de film drie jaar later uitgebracht. Het eindgevecht vindt
plaats boven op een wolkenkrabber. Dit is een gevecht waarin een paar
man het opnemen tegen honderden aanvallers. Yuen Wah laat hier geweldig
als eerste zijn kunnen zien. Maar als Jet Li later aan de beurt is
bewijst hij niet onder te doen voor deze veteraan. Zijn gevecht met
Jerry Timble is geweldig en van hoog niveau. Er wordt veel gebruik
gemaakt van de omgeving en vooral glas speelt een belangrijke rol. Er is
zelfs nog een bizarre stunt te zien van iemand die even aan een touw
over de rand van de wolkenkrabber gaat. Op het eerste gezicht lijkt dit
niets bijzonders. Maar als je hier goed over na gaat denken is het best
linke soep. Veel variatie in het afsluitende gevecht dus. Ook het
verhaal heeft diverse lagen. Zelfs romantiek wordt op subtiele wijze
door het verhaal gemengd. Gelukkig wel op een manier dat een martial
arts film waardig is. Geen gezwijmel en geneuzel dus. Het is aanwezig en
dat is genoeg. Verder is er natuurlijk nog de relatie tussen de leerling
en de meester die belicht word. Iets wat voor het eind gevecht moet
zorgen en een subplot over drie gangsters. Alles is redelijk serieus
maar gaat wel met de gebruikelijke knipoog. ‘The master’ zal nooit in
aanmerking komen voor de titel beste Jet Li film. Het is een aparte film
die twee werelden samen brengt. Helaas is het niveau wat kinderlijk maar
de actie weet dit gelukkig redelijk glad te strijken.
Copyright
kungfufilms.nl (2005) |