Jack Burton (Kurt Russel) is een
vrachtwagenchauffeur die zich nergens druk om maakt. Hij is stoer,
bijdehand en vrijgezel. Zijn leven speelt zich af in zijn truck en de
plaatsen waar die hem brengt. Regelmatig is hij in de Chinatown van San
Francisco te vinden. Hij had alleen nooit kunnen vermoeden dat hij hier
in aanraking zou komen met het bovennatuurlijke. Als de vriendin van
Wang Chi (Dennis Dun) ontvoerd wordt gaan ze er achter aan. Dit brengt
ze midden in de onderwereld van Chinatown. Georganiseerde bendes
bestrijden elkaar met hand en tand. Alsof dat nog niet genoeg is mengen
zich er drie bizarre figuren in de strijd. Mannen die in de Chinese
mythologie bekend staan als de drie stormen. Als laatste komen Jack
Burton en Wang Chi oog in oog te staan met Lo Pan (James Hong). Een
legendarische figuur die geen tastbare menselijke vorm meer is. Al
tweeduizend jaar doolt hij rond op zoek naar die ene vrouw die zijn
vloek kan opheffen. Hij wil weer menselijk worden om zo van het leven te
genieten. Natuurlijk staat Wang Chi het niet toe dat zijn vriendin voor
deze doeleinden gebruikt zal worden. De simpele ontvoering begint dus
aardig extreme vormen aan te nemen. Ze vragen hulp aan een oude magiër
genaamd Egg Shen (Victor Wong). De hoeft er niet over na te denken en
maakt zich meteen klaar voor de strijd tegen Lo Pan. Via de ondergrondse
wereld van San Francisco trekken ze naar het hoofdkantoor van Lo Pan.
Een reis die Jack Burton doet beseffen dat er veel meer gaande is in de
wereld dan hij ooit door had.
Als we het over cult klassiekers uit de
jaren tachtig hebben moet 'Big trouble in little China' absoluut genoemd
worden. John Carpenter creëerde namelijk een geweldig film vol actie,
humor en avontuur. Niets is te extreem en hij krijgt het voor elkaar om
Chinese mythe en legendes naar Amerika te brengen. Als bonus heeft de
film ook nog eens een voortreffelijk aantal acteurs in de hoofdrollen.
Want wees nou eerlijk Kurt Russel, James Hong en Victor Wong zijn
karakters op zich.
John Carpenter was een regisseur die
vooral scoorde in het horror genre. 'Halloween' was zijn grootste hit
maar ook 'Escape from New York' geniet grote bekendheid. Hier gooit hij
het over een vergelijkbare boeg als de laatstgenoemde. De gebruikelijke
straatbendes worden vervangen door Chinezen en er wordt een vleugje
horror/magie toegevoegd. Het moge overduidelijk zijn dat John Carpenter
een voortreffelijk regisseur is. Hij weet het verhaal te vertellen
zonder enige afleiding of zijsporen. De continuïteit is enorm en het
tempo briljant. Ieder personage heeft zijn functie. De hele tijd heerst
er een gevoel van spanning en als dit niet het geval is neemt humor de
leiding over. Dit gaat gepaard met gevatte dialogen en heerlijke
oneliners. Het verhaal overkomt je dus gewoon tijdens het kijken.
De wereld waar we mee naar toe genomen
worden is deels realistisch. Zo is de helft opgenomen in San Francisco
en de andere helft in studio's. Hier belanden we in typische jaren
tachtig doolhoven, geheime gangen en ondergrondse gewelven. Computer
animaties bestonden nog niet en dus komen deze er ook niet aan te pas.
Het blijft dus allemaal redelijk suggestief. Heel af en toe verschijnt
er een monster. Deze bestaan uit rubber, mensen en creativiteit. Door
het gebruik van de juiste camerahoeken en spanning valt dit eigenlijk
niet eens op.
Niet geheel onbelangrijk is de
aanwezigheid van kung fu. Helaas kan er niet gezegd worden dat de actie
scènes briljant zijn. Door het gebruik van sfeer en suggestie heb je
eigenlijk niet eens door dat er maar weinig technieken uitgewisselde
worden. Het draait hier meer om het aannemen van coole poses. Vervolgens
worden er wat wapens tegen elkaar aangeslagen en je hebt een gevecht.
Gek genoeg werkt het ook nog. Dit komt natuurlijk wel door de
ondersteuning van magie. Was dit element namelijk weggelaten dan had de
hele truc waarschijnlijk niet opgegaan. De drie stormen maken hier het
meeste gebruik van. De gene die gebruik maakt van elektriciteit is hier
het beste voorbeeld van. Continue beweegt de elektra zich over zijn
lichaam. Tevens kan hij hier gebruik van maken om op te stijgen en
bliksemschichten af te schieten. Een ander kan zijn innerlijke kracht
gebruiken om zijn lichaam op te blazen. Klinkt niet echt ontzettend
handig maar toch heeft hij hier baat bij. Helaas wordt hem dit
uiteindelijk wel fataal.
Carter Wong vertegenwoordigt de Hongkong
film industrie in deze Amerikaanse klassieker. Zijn fysieke verschijning
wordt goed benut. Helaas wordt hier wel weer het bewijs geleverd dat een
martial artist zonder goede choreograaf niet kan schitteren. We krijgen
maar weinig van hem te zien. Zelfs als hij een demonstratie mag geven
met twee zwaarden is het niets bijzonders. De bewegingen die hij maakt
zijn continue het zelfde. Dit is jammer maar we hoeven hem dit niet aan
te rekenen.
Kurt Russel speelt werkelijk de sterren
van de hemel. Zijn manier van acteren is ontspannen en gevat. Eigenlijk
is het vreemd dat hij de sleutelfiguur is in de film. De eigenlijke held
wordt gespeeld door Dennis Dun. Kurt Russel behaalt zijn glorie door
mazzel en niet door kunde. Maar het gaat hier om een Amerikaanse film en
een Aziaat in de hoofdrol was misschien iets te veel van het goede.
Opvallend is wel dat naast Kurt Russel alle oosterse acteurs de show
stelen. James Hong en Victor Wong zijn werkelijk briljant. In
vergelijking met hun schieten de Amerikaanse acteurs zwaar te kort.
Vooral de manier van acteren van Kim Cattrel komt gemaakt en overdreven
over. De vraag is dus of dit met opzet gedaan is of dat ze echt niet
anders kan.
De muzikale ondersteuning doet het
jaartal waarin de film gemaakt is eer aan. Er valt dus ook een typische
jaren tachtig soundtrack te horen. Veel synthesizer muziek die enorm
pakkend is. De muziek vormt een goed sluitend geheel met de beelden en
hebben dus een goede ondersteunende functie. Let vooral even op de titel
song want fouter dan deze kom je ze haast niet tegen.
Eigenlijk geldt dus voor de gehele film
dat John Carpenter door middel van de juiste technieken je dingen laat
zien die er niet zijn. Hij maakt zo een enorme sfeer dat wat werkelijk
gebeurt er niet meer toe doet. Hiermee bewijst hij een voortreffelijk
regisseur te zijn die het medium film tot het maximale weet te benutten.
Met 'Big trouble in little China' bewijst hij dat Amerikanen ook extreem
goede fantasie/martial arts films kunnen maken. Deze film brengt
namelijk de twee werelden samen op goede en doordachte wijze. Het is dus
ook iedereen aan te raden om deze klassieker te gaan kijken. Hier moet
alleen wel bij gezegd worden dat film al weer twintig jaar oud is.
Natuurlijk zie je dit terug maar de dialogen en sfeer blijft tijdloos en
dit houdt de film al die jaren staande.Copyright
kungfufilms.nl (2008) |